CRT 48-33K
4.10
Ontluchtingskleppen
Locaties
De primaire ontluchtingsklep (a) bevindt zich op de LP-cilinder.
De secundaire ontluchtingsklep (b) bevindt zich op de gastoevoerslang.
Functie
De LP-systeemdruk varieert afhankelijk van de omgevingstemperatuur waarbij de
machine wordt bediend. De normale LP-systeemdruk varieert tussen ongeveer
2,76–12,41 bar (40–180 psi). Indien de druk in de LP-tank 24,13 bar (350 psi)
bereikt, gaat de primaire ontluchtingsklep (a) automatisch open. Teveel aan LP-gas
wordt dan vrijgegeven (ontlucht) in de atmosfeer. Het ontluchten gaat verder totdat
de systeemdruk weer normaal wordt.
De secundaire ontluchtingsklep (b) is ingesteld op 27,58 bar (400 psi). Deze klep
functioneert als noodondersteuning in het geval dat de primaire ontluchtingsklep
niet open gaat. Het wordt naar beneden geroteerd zodat teveel aan LP-gas weg
van de operator wordt ontlucht.
WAARSCHUWING
Risico op verstikking en chemische brandwonden.
Wanneer een van de ontluchtingskleppen ontlucht, moet u het vrijgegeven LP-
gas niet inademen of aanraken.
wc_tx002045nl.fm
a
b
39
Werking