16 Bediening
Starten
1 Selecteer als volgt de bedrijfsstand met de keuzeschakelaar
koelen/verwarmen op de afstandsbediening:
Koelen
Verwarmen
1
1
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
Stoppen
3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
Instellen
Zie de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface voor informatie
over het programmeren van temperatuur, ventilatorsnelheid en
luchtstroomrichting.
16.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma
16.3.1
Over het ontvochtigingsprogramma
▪ Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te
verminderen met een zo klein mogelijke temperatuurdaling
(minimale kamerkoeling).
▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de
ventilatorsnelheid
(kan
niet
gebruikersinterface).
▪ Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur
(<20°C).
16.3.2
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma (ZONDER
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Starten
1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
3 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor
dubbelstroom,
multi-stroom,
wandmontage). Zie
"16.4 Luchtstroomrichting instellen" op
pagina 64
voor meer informatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
64
Alleen ventileren
1
1
1
worden
ingesteld
met
(ontvochtigen).
hoek,
plafondmontage
Stoppen
4 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
16.3.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma (MET
keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de
afstandsbediening)
Starten
1 Selecteer koelen met behulp van de keuzeschakelaar koelen/
verwarmen op de afstandsbediening.
1
1
2 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
3 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
4 Druk op de instelknop voor de luchtstroomrichting (alleen voor
dubbelstroom,
multi-stroom,
wandmontage). Zie
pagina 64
voor meer informatie.
Stoppen
5 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
16.4
Luchtstroomrichting instellen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface.
de
16.4.1
Over de luchtstroomklep
In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door
een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het
display.
en
(ontvochtigen).
hoek,
plafondmontage
"16.4 Luchtstroomrichting instellen" op
Dubbelstroomunits+multi-stroomunits
Hoekunits
Units voor plafondmontage
Units voor wandmontage
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1 – 2018.09
en