(b)
Een verlenging tot 90 m is mogelijk als alle onderstaande
voorwaarden vervuld zijn:
1
In het geval van BS1Q-units is de leidinglengte tussen alle
binnenunits en de dichtstbij gelegen aftakkit ≤40 m.
2
In het geval van multi-BS-units is de leidinglengte tussen alle
binnenunits en de multi-BS-unit ≤40 m.
3
Tussen de eerste en de laatste aftakkit moet een grotere
leidingmaat worden genomen. In tegenstelling tot multi-BS-
units, worden BS1Q-units NIET als aftakkits beschouwd. Indien
de vergrote leidingmaat groter is dan de leidingmaat van de
hoofdleiding, vergroot dan ook de maat van de hoofdleiding.
4
Verdubbel na het vergroten van de vloeistofleiding (vorige
voorwaarde) de lengte in de berekening van de totale
leidinglengte.
De
totale
beperkingen vallen.
5
Het verschil in leidinglengte tussen de dichtstbij gelegen
binnenunit tot de buitenunit en de verst gelegen binnenunit tot
de buitenunit is ≤40 m.
Aansluiting met VRV DX-binnenunits en Hydrobox-
units
a
4
3
b
b
a
Buitenunit
b
VRV DX-binnenunit
c
Multi-BS-unit
d
LT Hydrobox-unit
e
HT Hydrobox-unit
Leiding
Langste leiding van de buitenunit
of de laatste leidingaftakking voor
meerdere buitenunits (1+2, 1+3,
1+5)
Langste leiding na de eerste
aftakking (2, 3, 5)
In het geval van een installatie
met meerdere buitenunits:
langste leiding van de buitenunit
naar de laatste leidingaftakking
voor meerdere buitenunits (4)
Totale leidinglengte
(a)
Als de equivalente leidinglengte meer dan 90 m bedraagt,
moet u voor de hoofdvloeistofleiding met een grotere
leidingmaat werken (zie
pagina 14).
REYQ8~20+REMQ5U7Y1B
VRV IV+ warmteterugwinning
4P561154-1 – 2018.09
leidinglengte
moet
binnen
1
2
c
5
e
d
Maximumlengte (reëel/
equivalent)
(a)
135 m/160 m
40 m/—
10 m/13 m
(b)
300 m/500 m
"5.3.2 Leidingmaat selecteren" op
(b)
In dit geval zijn dit beide reële leidinglengtes: buitenunits
≤20 HP / buitenunits >20 HP.
Aansluiting met VRV DX-binnenunits en
luchtbehandelingsunits
a
de
4
3
b
b
a
Buitenunit
b
VRV DX-binnenunit
c
Multi-BS-unit
d
BS-unit
e
EKEXV-kit
f
AHU
Leiding
Langste leiding van de buitenunit
of de laatste leidingaftakking voor
meerdere buitenunits (1+2, 1+3,
1+5)
Langste leiding na de eerste
aftakking (2, 3, 5)
In het geval van een installatie
met meerdere buitenunits:
langste leiding van de buitenunit
naar de laatste leidingaftakking
voor meerdere buitenunits (4)
Totale leidinglengte
(a)
Als de equivalente leidinglengte meer dan 90 m bedraagt,
moet u voor de hoofdvloeistofleiding met een grotere
leidingmaat werken (zie
pagina 14).
5.3.7
Meerdere buitenunits: Mogelijke lay-outs
▪ De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht
oplopend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de
leidingen blijft staan.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
5 Voorbereiding
5
1
2
d
e
c
d
f
e
f
b
Maximumlengte (reëel/
equivalent)
135 m/160 m
40 m/—
10 m/13 m
500 m/—
"5.3.2 Leidingmaat selecteren" op
(a)
19