7
|
Configuratie
7 Configuratie
7.1 Lokale instelling
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• C1: Eerste codenummer
• C2: Tweede codenummer
•
: Standaard
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
40
Voer de volgende lokale instellingen uit zodat ze overeenstemmen met de echte
installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪
Plafondhoogte
▪
Design sierpaneel (indien van toepassing)
▪
Luchtuitblaasrichting
▪
Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪
Tijd om filter te reinigen
Instelling: Plafondhoogte
Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de vloer,
capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen.
▪
Voor een 3-wegs en 4-wegs luchtuitblaas (waarvoor een optionele afsluitplaatkit
vereist is), zie de montagehandleiding van de optionele afsluitplaatkit.
▪
Zie de tabel hieronder voor luchtuitblaas in alle richtingen.
Bij een afstand tot de vloer van (m)
FXFQ20~63
≤2,7
2,7<x≤3,0
3,0<x≤3,5
Instelling: Type sierpaneel
Controleer bij de installatie of bij het vervangen door een ander type sierpaneel
ALTIJD of de juiste waarden zijn ingesteld.
Als het ... sierpaneel is gebruikt
Standaard of zelfreinigend
Design
Instelling: luchtuitblaasrichting
Deze
instelling
moet
luchtuitblaasrichtingen. Raadpleeg de montagehandleiding van de optionele
afsluitplaatkit en de handleiding van de gebruikersinterface.
Standaard: 01 (= luchtuitblaas in alle richtingen)
Voorbeeld:
FXFQ80~125
≤3,2
3,2<x≤3,6
3,6<x≤4,2
overeenstemmen
met
(1)
Dan
M
C1
C2
13 (23)
0
01
02
03
(1)
Dan
M
C1
C2
13 (23)
15
01
02
de
echt
gebruikte
FXFQ20~125BVEB
VRV-systeemairconditioner
4P561452-1B – 2021.07