6.3.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen
6.3.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
6.3.5 Het uiteinde van een buis verbreden
FXFQ20~125BVEB
VRV-systeemairconditioner
4P561452-1B – 2021.07
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u leidingen aansluit:
▪
Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie wanneer u
een flaremoer aansluit. Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer
stevig vast te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan
te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren
en lekken.
a
b
c
d
a Momentsleutel
b Moersleutel
c Leidingverbinding
d Flaremoer
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten moeten zo zacht
mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm bedragen of meer zelfs).
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren gebruiken kan koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
8,7~9,1
33~39
12,8~13,2
50~60
16,2~16,6
62~75
19,3~19,7
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6
Installatie
|
Flarevorm (mm)
90°
±2
ØA
R=
0.4~0.8
33