U kunt de instellingen van uw
koffiezetautomaat optimaal aan de ge-
bruikte koffiesoort aanpassen. U kunt
– de maalgraad variëren,
– de koffiehoeveelheid wijzigen,
– de gemalen koffie bevochtigen en
– de watertemperatuur instellen.
Maalgraad
U kunt de werking van de koffiemolen
van de koffiezetautomaat optimaal aan
de gebruikte koffiesoort aanpassen
door de maalgraad in te stellen.
Wanneer koffie juist wordt gemalen,
loopt de koffie of espresso gelijkmatig
in het kopje en wordt er een fijne crema
gevormd.
De ideale crema heeft een
hazelnootbruine kleur.
Aan de hand van de volgende ken-
merken kunt u bepalen of u de
maalgraad moet wijzigen.
De maalgraad is te grof wanneer
– de espresso of koffie zeer snel in het
kopje loopt.
– de crema zeer bleek en niet
consistent is.
Stel een lagere stand voor de
maalgraad in, zodat de koffiebonen fij-
ner zullen worden gemalen.
De maalgraad is te fijn wanneer
– de espresso of koffie slechts
druppelsgewijs in het kopje loopt.
– de crema donkerbruin is.
Koffie volgens uw wensen
Stel een hogere stand voor de
maalgraad in, zodat de koffiebonen
grover zullen worden gemalen.
Hou rekening met de volgende opmer-
kingen om te vermijden dat de koffie-
molen beschadigd raakt:
Wijzig de maalgraad alleen wanneer
de koffiemolen bezig is met malen.
– Wijzig de maalgraad altijd één stand
per keer.
– Laat opnieuw koffiebonen malen om
de maalgraad nog een stand te wijzi-
gen.
^ Plaats een geschikte recipiënt onder
de dranktuitjes.
^ Open het deksel aan de rechterkant
van de koffiezetautomaat.
^ Druk op de toets / of de toets ..
^ Draai de draaiknop voor de
maalgraad naar links om de koffiebo-
nen fijner te malen.
of
29