Aanwijzingen voor de installateur
9.2
Ventilatie van de ruimten
Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in permanent
geventileerde ruimten, zoals voorzien door de plaatselijk geldende
normen. In de ruimte waar het apparaat is geplaatst moet voldoende lucht
kunnen toestromen als vervanging van die noodzakelijk voor de normale
verbranding van het gas en als normale verversing van de lucht in de
ruimte zelf. De door roosters beschermde luchtinlaatopeningen moeten
voldoende groot zijn, in overeenstemming met de plaatselijk geldende
normen, en zo zijn geplaatst dat ze, ook niet gedeeltelijk, verstopt kunnen
raken. De ruimte moet altijd voldoende worden geventileerd om de door
het koken veroorzaakte hitte en vocht af te voeren: vooral na langdurig
gebruik verdient het aanbeveling om een venster te openen of de snelheid
van de eventuele ventilatoren te verhogen.
9.3
Afvoer van de verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden met
behulp van afvoerkappen aangesloten op een schoorsteen met voldoende
trek, of met een geforceerde afvoer. Een efficiënt afzuigsysteem vereist
een zorgvuldige planning door een voor deze werkzaamheden bevoegde
specialist, die zich zal moeten houden aan de door de normen
voorgeschreven
werkzaamheden zal de installateur een verklaring van overeenstemming
moeten afgeven.
posities
en
afstanden.
Na
voltooiing
van
de
59