Inhoudsopgave 1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ..........84 2. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID ..86 3. ZORG VOOR HET MILIEU ............. 88 4. MAAK U VERTROUWD MET UW TOESTEL ......89 5. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT ........90 6. REINIGING EN ONDERHOUD ..........92 7.
Algemene waarschuwingen 1. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN DEZE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. ZE MOET INTEGER EN BINNEN HANDBEREIK BEWAARD WORDEN VOOR DE VOLLEDIGE GEBRUIKSDUUR VAN HET TOESTEL. DEZE GEBRUIKSAANWIJZING EN ALLE AANWEZIGE AANDUIDINGEN MOETEN AANDACHTIG DOORGELEZEN WORDEN VOORDAT HET TOESTEL IN GEBRUIK WORDT GENOMEN.
Pagina 3
Algemene waarschuwingen LAAT HET TOESTEL NIET ONBEWAAKT ACHTER TIJDENS BEREIDINGEN WAAR VETTEN EN OLIES KUNNEN VRIJKOMEN. DE VETTEN EN DE OLIES KUNNEN VLAM VATTEN. CONTROLEER NA ELK GEBRUIK STEEDS OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN POSITIE (UIT) STAAN. PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
Algemene waarschuwingen 2. WAARSCHUWINGEN BETREFFENDE DE VEILIGHEID RAADPLEEG AANWIJZINGEN VOOR INSTALLATIE VOOR VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE TOESTELLEN OF TOESTELLEN OP GAS, EN VOOR DE VENTILATIEFUNCTIES. IN HET BELANG VAN UW VEILIGHEID WERD BIJ WET BEPAALD DAT DE INSTALLATIE EN DE ASSISTENTIE VAN ALLE ELEKTRISCHE TOESTELLEN MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR BEVOEGD PRSONEEL, MET INACHTNEMING VAN DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN.
Pagina 5
Algemene waarschuwingen DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID INSTAAN. KINDEREN BUURT TOESTEL...
Waarschuwingen voor de afvalverwerking 3. ZORG VOOR HET MILIEU Onze zorg voor het milieu Aldus de Richtlijnen 2002/95/EG, 2002/96/EG, 2003/108/EG in verband met de beperking van het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische toestellen, en ook de verwerking van afval. Het symbool van de doorkruiste vuilbak, aangebracht op de apparatuur, duidt aan dat het product op het einde van zijn gebruiksduur gescheiden ingezameld moet worden.
Instructies voor de gebruiker 5. HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT Aanschakeling van de branders van de kookplaat Voordat de branders van de kookplaat aangeschakeld worden, moet gecontroleerd worden of de vlamverdelers in hun zitten met de bijbehorende deksels geplaatst zijn, door op te letten dat de gaten A van de vlamverdelers overeenstemmen met de vonkontstekers en de thermokoppels.
Instructies voor de gebruiker Praktisch advies voor het gebruik van de branders Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem en met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf 5.3 Diameter van de recipiënten).
Instructies voor de gebruiker 6. REINIGING EN ONDERHOUD Vóór elke handeling moet de stroomtoevoer van het toestel uitgeschakeld worden. GEBRUIK GEEN STOOMSTRAAL OM HET TOESTEL TE REINIGEN. Reiniging van roestvrij staal Om het roestvrij staal in goede staat te houden, moet het na elk gebruik gereinigd worden nadat het afgekoeld is.
Instructies voor de gebruiker Reiniging van de onderdelen van de kookplaat De roosters, de deksels, de vlamverdelers en de branders kunnen verwijderd worden om de reiniging te vergemakkelijken; was ze in warm water en met een niet-schurend reinigingsmiddel, verwijder de afzettingen en wacht tot ze perfect droog zijn.
Instructies voor de installateur 7. PLAATSING IN HET WERKBLAD Dit is een toestel klasse 3 (inbouw) De volgende ingreep vergt metsel- en/of timmerwerk, en moet dus uitgevoerd worden door een bevoegd technicus. De installatie is mogelijk op structuren van verschillende materialen, zoals metselwerk, metaal, massief hout en met plastic gelamineerd hout, als het maar hittebestendig is (T 90°C).
Instructies voor de installateur Bevestiging op de steunende structuur Plaats zorgvuldig de bijgeleverde isolerende 3 - 4 pakking op de externe omtrek van het gat dat gemaakt werd in het bovenblad zoals wordt getoond in de tekening hiernaast, en zorg ervoor dat het goed hecht door er op te drukken met uw vingers.
Instructies voor de installateur 150 mm Min. 20 mm 100 mm BELANGRIJK: wanneer het toestel op een meubel gemonteerd is, moet u een scheidend vlak installeren zoals wordt afgebeeld in de figuur. Wanneer het apparaat zich daarentegen boven een onder de plaat geïnstalleerde oven bevindt is een dergelijk schap niet nodig.
Instructies voor de installateur In geval de stroomkabel wordt vervangen, mag de doorsnede van de draden van de nieuwe kabel niet kleiner zijn dan 0.75 mm2 (kabel van 3 x 0.75), door er mee rekening te houden dat het uiteinde dat op de oven moet aangesloten worden een aardedraad moet hebben (geel-groen) die minstens 20 mm langer is.
Instructies voor de installateur Gasaansluiting De aansluiting op het gasnet kan uitgevoerd worden met een vaste koperen buis of met een flexibele stalen buis op een rechte wand, en volgens de voorschriften die aangeduid worden door de van kracht zijnde norm. Controleer na de handeling of de dichting perfect is, door gebruik te maken van een zeepoplossing maar nooit met een vlam.
Instructies voor de installateur 8. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPESI Voordat de volgende handelingen uitgevoerd worden, moet de stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden Het toestel werd gekeurd voor methaan G20 aan een druk van 20 mbar. Wanneer andere gastypes worden gebruikt, moeten de straalpijpen op de branders vervangen worden en moet de minimum vlam op de gaskranen geregeld worden.
Pagina 18
Instructies voor de installateur Tabel met kenmerken van de branders en de straalpijpen Nominaal thermisch verbruik Vloeibaar gas - G30/G31 28/37 mbar Brander (kW) Diameter By-pass Nominaal Nominaal Nominaal straalpijp verbruik g/h G30 g/h G31 1/100 mm 1/100 Hulpbrander (1) 1.05 Snelle brander (2) 2.50...
Instructies voor de installateur Plaats van de branders op de kookplaat VAN DE BRANDERS VAN DE KOOKPLAAT 1 Hulpbrander 2 Snelle brander 3 Dubbele vlamverdeler Na de regelingen moet het toestel weer gemonteerd worden door de omgekeerde zin te volgen van de aanwijzingen die aangeduid worden in de paragraaf “8.1 Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat”.