Inhoudsopgave
Advertenties
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
6
7
Controller
Uitleg
1
MODE
Wordt gebruikt om een geluidsbestand (Sample) te
[SAMPLE IMPORT]-knop
importeren naar de JUNO-DS.
Wordt gebruikt om DAW-software te regelen vanaf de JUNO-DS.
[DAW CONTROL]-knop
Raadpleeg de "Parameter Guide (Engels)" (PDF) voor meer
informatie.
MEMO
U kunt naar het EDIT MENU-scherm gaan door tegelijk op de [SAMPLE IMPORT]-knop en de [DAW
CONTROL]-knop te drukken.
2
Hiermee bedient u de parameters die u met de
Controleknoppen
[SELECT]-knop hebt geselecteerd.
Hiermee selecteert u de groep van parameters die
[SELECT]-knop
worden bediend door de controleknoppen.
Regelt het volume van de invoer van de MIC INPUT-
[MIC IN] LEVEL-schuifregelaar
aansluiting.
[PHRASE PAD] LEVEL-
Regelt het volume van het ritmepatroon/de
schuifregelaar
audiospeler.
Split: Regelt het volume van de onderste partij (Lower).
[LOWER] LEVEL-schuifregelaar
Dual: Regelt het volume van partij 2.
Split: Regelt het volume van de bovenste partij (Upper).
[UPPER] LEVEL-schuifregelaar
Dual: Regelt het volume van partij 1.
Hiermee opent u de instellingen voor de Vocoder-
[VOCODER/AUTO PITCH]-knop
functie en de Audio Pitch-functie.
3
KEYBOARD
[SPLIT]-knop
Hiermee schakelt u de Split-functie in en uit.
[DUAL]-knop
Hiermee schakelt u de Dual-functie in en uit.
[SUPER LAYER]-knop
Hiermee schakelt u de Super Layer-functie in en uit.
[ARPEGGIO]-knop
Hiermee schakelt u de arpeggiator in en uit.
Wordt gebruikt om de aanraakgevoeligheid van het
klavier te wijzigen.
[KEY TOUCH]-knop
Afhankelijk van de KEY TOUCH-instelling is de
[KEY TOUCH]-knop opgelicht of gedoofd.
Als deze knop aan is (opgelicht), bevindt de JUNO-DS
[PATCH/PERFORM]-knop
zich in Performance-modus. Als deze knop uit is
(gedoofd), bevindt de JUNO-DS zich in Patch-modus.
Houd deze knop ingedrukt en gebruik de OCTAVE
[TRANSPOSE]-knop
[DOWN] [UP]-knoppen om het toonhoogtebereik te
verhogen of verlagen in stappen van een halve toon.
OCTAVE [DOWN] [UP]-
Hiermee verhoogt of verlaagt u het toonhoogtebereik
knoppen
in stappen van een octaaf.
4
Als deze knop aan is (opgelicht), kunt u de [0]–[9]-knoppen
[NUMERIC]-knop
gebruiken om numerieke waarden in te voeren.
[FAVORITE]-knop
Hiermee schakelt u de Favorite-functie in en uit.
Als deze knop aan is (opgelicht), kunt u de [0]–[9]-knoppen
[BANK]-knop
gebruiken om Favorite-banken te selecteren.
De aanduiding verandert afhankelijk van de resterende
BATTERY-indicator
batterijlading.
Display
Geeft informatie weer afhankelijk van de bewerking.
Hiermee kunt u een waarde wijzigen. Als u de [SHIFT]-
Waardewiel
knop ingedrukt houdt en aan het wiel draait, verandert
de waarde in grotere stappen.
Selecteer categorieën (typen) geluid (zoals patches
of drumkits). U kunt het waardewiel ook gebruiken
[DRUMS/PERCUSSION]–
om andere geluiden binnen dezelfde categorie te
selecteren.
[SAMPLE] (Category)-knoppen
([0]–[9]-knoppen)
* Als de [NUMERIC]-knop aan is (opgelicht), werken
deze knoppen als [0]–[9]-knoppen om numerieke
waarden in te voeren.
2
2
3
Pagina
p. 9
p. 7
p. 8
p. 11
p. 12
p. 6
p. 8
p. 6
p. 8
p. 7
p. 16
p. 5
p. 7
p. 7
p. 4
p. 7
p. 3
p. 4
p. 5
4
Controller
Uitleg
[MENU]-knop
Geeft een menuscherm weer.
Slaat de gewijzigde instellingen op in het interne
[WRITE]-knop
geheugen.
Hiermee kunt u een waarde wijzigen.
* Als u op een van deze knoppen drukt terwijl u de
[SHIFT]-knop ingedrukt houdt, wordt de waarde
[–] [+]-knoppen
sneller gewijzigd. Als u op een van deze knoppen
drukt terwijl u de andere ingedrukt houdt,
verandert de waarde in grotere stappen.
Hiermee verplaatst u de cursorpositie naar boven, naar
[H] [I] [K] [J]-knoppen
onder, naar links en naar rechts.
Hiermee opent u het overeenkomstige
[SHIFT]-knop
bewerkingsscherm als u deze knop indrukt in
combinatie met een andere knop.
[EXIT]-knop
Sluit een scherm of annuleert een bewerking.
[ENTER]-knop
Wordt gebruikt om een bewerking uit te voeren.
5
PHRASE PAD
Hiermee stelt u het tempo in op het interval waarmee
[TAP]-knop
u deze knop indrukt tijdens het afspelen van patronen.
Als u de patroonsequencer gebruikt, wordt het
[MUTE]-knop
opgegeven spoor gedempt.
Als u de patroonsequencer gebruikt, wordt het
[ERASE]-knop
opgenomen patroon of een gedeelte van het patroon
gewist.
Als u de patroonsequencer gebruikt, wordt
[LOOP]-knop
herhaaldelijk afspelen/opnemen in- en uitgeschakeld.
Speel frasen (ritmepatronen/patronen/samples) af die zijn
Pads [1]–[8]
toegewezen aan de pads.
[RHYTHM PATTERN]-knop
Druk op deze knop om ritmepatronen te gebruiken.
Druk op deze knop om de patroonsequencer te
[PATTERN SEQUENCER]-knop
gebruiken.
Druk op deze knop om de audiospeler te gebruiken
[AUDIO]-knop
die geluidsbestanden afspeelt van een USB-stick.
[PATTERN LENGTH]-knop
Wijzigt het aantal maten in het patroon.
[TEMPO]-knop
Hiermee past u het tempo aan.
Als u de patroonsequencer gebruikt, worden
[MIXER]-knop
instellingen opgegeven zoals Level of Pan voor elk
spoor.
Beweegt naar het begin van het patroon of
[u]-knop
geluidsbestand.
Start/stopt het afspelen van het ritmepatroon, het
patroon of het geluidsbestand dat is geselecteerd
[s]-knop
voor de ritmepatroonfunctie, de patroonsequencer of
de audiospeler.
Als u de patroonsequencer gebruikt, drukt u op deze
[t]-knop
knop om een patroon op te nemen.
6
Hiermee past u het volume aan dat wordt uitgestuurd
[MASTER VOLUME]-regelaar
via de OUTPUT-aansluitingen en de PHONES-
aansluiting.
7
Hendel voor toonverbuiging
Hiermee kunt u de toon regelen of vibrato toepassen.
en modulatie
5
Pagina
p. 4
p. 16
p. 10
p. 4
p. 4
p. 22
p. 4
p. 11
p. 13
p. 13
p. 14
p. 13
p. 11
p. 13
p. 12
p. 14
p. 11
p. 13
p. 11
p. 12
p. 13
p. 13
p. 5
Advertenties
Inhoudsopgave
