1. Basisregels voor de installatie
Alle BlueLine controllers zijn opgebouwd met de modernste microprocessor
technieken, ontworpen om 24 u per dag te funktioneren. Omdat zij daarnaast in vele
gevallen nog een bepaalde omgeving moeten kontroleren, kunnen er verschillende
externe
elementen,
alarmdetectoren, enz., worden aangesloten.
Onder deze omstandigheden kunnen de BlueLine systemen dan ook onderhevig zijn
aan verscheidene uitwendige invloeden.
Alle BlueLine controllers zijn voorzien van een interne beveiliging tegen
interferenties. Echter, omdat BlueLine systemen kunnen worden ge nstalleerd in
verschillende werkomgevingen, zijn er een aantal basisregels die ten allen tijde
moeten worden gerespekteerd om een extra beveiliging op te leveren.
<
De BlueLine controller en/of netwerkkabel mogen nooit geplaatst worden in een
hoogspanningskabine, noch in de onmiddellijke omgeving van grote
transformatoren of voedingsbronnen voor hoge spanningen of stromen.
<
De BlueLine controller moet afzonderlijk geaard worden.
<
De behuizing waarin de BlueLine controller zich bevindt, dient zorgvuldig
bevestigd en gesloten te zijn.
<
Het is noodzakelijk dat de controller wordt aangesloten op een "zuivere"
voedingslijn, m.a.w. een lijn waarop geen andere zware machines of andere
storingsbronnen zijn aangesloten, en voorzien van een goede aarding.
<
Er worden 4 categorie n van kabels aangesloten op de BlueLine controller,
namelijk :
-
de netvoedingskabel
-
de aansluitkabels voor de kaartlezers, alarmingangen en drukknoppen
-
de aansluitkabel voor de elektrische deuropeners
-
de netwerkkabel
Opmerking : deze kabels dienen allemaal afzonderlijke kabels te zijn.
zoals
elektrische
deuropeners,
ingangskontakten,
-1-