6. Aansluiten van de kaartlezers
6.1 BlueLine proximity kaartlezers
De BlueLine proximity kaartlezers worden met een 6-aderige kabel van 2,5 m lang
geleverd. Indien een verlenging van deze kabel naar de controller toe nodig blijkt, is
er een 3-aderige kabel vereist. De overige 3 aders worden gebruikt om de
inganspunten op de lezer aan te sluiten, en de adressering van de lezer te doen.
Een afscherming is enkel dan vereist wanneer de kaartlezer of de verbindingskabel
geplaatst wordt in een omgeving met grote storingen. Indien een afscherming
gebruikt wordt dient deze aangesloten te worden op de afscherming van de
meegeleverde kabel en niet verbonden te worden op de controller.
Volgende figuur toont de aansluitingen van de lezer. Deze worden aangesloten op
de konnetor „READER" op de controller ( ref. fig. 3 punt G ). In geval 2 lezers
worden aangesloten, worden beide lezers parrallel op elkaar aangesloten.
rood
+
groen
Data
blauw
-
READER
IN1
Ingang 1
De maximale afstand tussen kaartlezer en controller wordt bepaald door de
gebruikte kabel :
100m bij 0,8mm : kabeltype IY(St)Y 2x2x0,8
300m bij 1,5mm² : kabeltype IY(St)Y 4x2x0,8
Opmerking : Grotere afstanden kunnen in de praktijk mogelijk blijken, maar kunnen
echter niet gegarandeerd worden.
grijs
bruin
IN2
Lezer-
Ingang 2
adres
Figuur 5: Aansluiting van de BlueLine Lezer
roos
Blue Line proximity
kaartlezer
-9-