4 Installatie
Afbeelding 3: S-installatie
1. Geleid de kabel zodat deze geen scherpe bochten bevat. Zorg ervoor dat de kabel
niet doorprikt wordt en niet in de pompaanvoer kan worden gezogen.
2. Sluit de afvoerleiding aan.
3. Laat de pomp in de put zakken.
4. Plaats de pomp op de steun en zorg dat deze niet kan omvallen of zinken.
Het is ook mogelijk om de pomp aan een hijsketting op te hangen, net boven de
bodem van de put. Zorg ervoor dat de pomp niet kan draaien bij het opstarten of
tijdens bedrijf.
5. Sluit de motorkabel en de starter en de bewakingsapparatuur aan overeenkomstig de
afzonderlijke instructies.
Zorg ervoor dat het rotorbladdraaiing correct is. Zie
controleren
4.1.3 Installeren met T-/Z-installatie
Deze installatie is niet van toepassing voor de versies:
• .170
• .890
Bij de T-installatie is de pomp in verticale positie gemonteerd in een droge put die zich
naast de natte put bevindt. Deze vereisten en instructies zijn alleen van toepassing als de
installatie is verricht in overeenstemming met de afmetingstekening.
Bij de Z-installatie is de pomp in verticale positie gemonteerd op een steunstandaard in
een droge put die zich naast de natte put bevindt. De volgende vereisten en instructies
zijn voor Z-installaties die overeenkomen met de afmetingstekening.
20
op pagina 38 voor meer informatie.
Flygt 3127 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
Draaiing van het rotorblad