8 TEMPO schuifregelaar
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid van het muziekstuk regelen.
9 AUTO BEAT LOOP knop
Druk op:
Hiermee schakel je de handmatige of automatische beatlus-functie in of uit.
[SHIFT] + indrukken:
De lus die in [rekordbox] is geregistreerd kan als actieve lus worden ingesteld.
Een actieve lus instellen in
! Als je op de toetsen [SHIFT] en [AUTO BEAT LOOP] drukt terwijl er een lus
wordt vastgelegd in rekordbox en er een muziekstuk wordt geladen waarvoor
geen actieve lus is ingesteld, kan je de eerstvolgende lus (met de klok mee)
als de actieve lus instellen.
! Deze functie werkt niet als er een muziekstuk wordt geladen waaraan geen
lus is gekoppeld.
De instelling voor de actieve lus annuleren
Als je op de toetsen [SHIFT] en [AUTO BEAT LOOP] drukt terwijl er een muziek-
stuk wordt geladen waarvoor een actieve lus is ingesteld, kun je de actieve lus
annuleren.
a LOOP 1/2X-toets
Druk op:
Selecteer de beat voor de automatische lus-weergave.
Tijdens het afspelen van de lus wordt de lengte van het afspelen van de lus
steeds gehalveerd wanneer je op deze toets drukt.
[SHIFT] + indrukken:
Tijdens het afspelen van de lus wordt de lus evenveel naar links verplaatst als de
lengte ervan bedraagt. (Lusverplaatsing)
b LOOP 2X-toets
Druk op:
Selecteer de beat voor de automatische lus-weergave.
Tijdens het afspelen van de lus wordt de lengte van de lus steeds verdubbeld
wanneer je op deze toets drukt.
[SHIFT] + indrukken:
Tijdens het afspelen van de lus wordt de lus evenveel naar rechts verplaatst als
de lengte ervan bedraagt. (Lusverplaatsing)
c LOOP IN-toets
Druk op:
Het lus-startpunt wordt ingesteld.
Wanneer er op deze toets wordt gedrukt tijdens lusweergave, kan het lus-begin-
punt met de jog-draaiknop in detail worden ingesteld.
[SHIFT] + indrukken:
Naar het beginpunt van de lus.
Langer dan 1 seconde ingedrukt houden:
4-beatlussen wordt ingeschakeld.
d LOOP OUT-toets
Druk op:
Het lus-eindpunt wordt ingesteld, en de lus-weergave begint.
Wanneer er op deze toets wordt gedrukt tijdens lusweergave, kan het lus-eind-
punt met de jog-draaiknop in detail worden ingesteld.
[SHIFT] + indrukken:
Annuleert lusweergave. (Lus-exit)
Nadat de lusweergave is geannuleerd, keert het afspelen terug naar het eerder
ingestelde lus-beginpunt en zal de lusweergave worden hervat. (Lus-herhaling)
e PARAMETERc-toets, PARAMETERd-toets
Hiermee worden de diverse parameters voor het gebruiken van de performan-
ce-pads ingesteld.
= De performance-pads gebruiken (pag. 16 )
f SEQUENCER START-toets
Druk op:
Hiermee start je het afspelen van de opname met de sequencer.
Wanneer je tijdens het afspelen opnieuw op deze toets drukt, wordt de weergave
onderbroken. Als je op deze toets drukt terwijl je een sequentie opneemt, wordt
er een nieuwe sequentie vastgelegd bovenop de sequentie die wordt afgespeeld
(overdub).
g SEQUENCER OVERDUB-toets
Druk op:
Hiermee schakel je de overdubfunctie in.
Hiermee zet je het apparaat op stand-by voor opname. Je start de opname door
een pad aan te raken.
[SHIFT] + indrukken:
Hiermee sla je de opname op in de sequencer.
h HOT CUE-standtoets
Druk op:
Stelt de hot-cuestand in.
= Gebruiken van hot-cues (blz. 16 )
[SHIFT] + indrukken:
Hiermee stel je de beat verspringen-stand in.
= Beatsprong gebruiken (blz. 16 )
i PAD FX1-modustoets
Druk op:
Hiermee stel je de pad FX1-stand in.
= De pad FX gebruiken (p. 16 )
[SHIFT] + indrukken:
Hiermee stel je de pad FX2-stand in.
= De pad FX gebruiken (p. 16 )
j SLICER-standtoets
Druk op:
Stelt de Slicer-stand in.
= De Slicer-functie gebruiken (p. 16 )
[SHIFT] + indrukken:
Stelt de lusstand van de slicer in.
= De Slicer-functie gebruiken (p. 16 )
k SAMPLER-standtoets
Druk op:
Stelt de Sampler-stand in.
= Gebruik van de samplerfunctie (p. 17 )
[SHIFT] + indrukken:
Stelt de snelheidssamplerstand in.
= De snelheidssampler gebruiken (blz. 18 )
l CAPTURE-toets
Druk op:
Hiermee leg je de lus die wordt afgespeeld vast op de samplerpad.
! Dit is mogelijk als de lus de status Ingesteld heeft.
[SHIFT] + indrukken:
Laad de gedeelten in het doelgedeelte van de slicer of de slicerlus om sampler-
posities te verdelen.
! Dit is mogelijk in de slicer-stand of de slicerUsing-effecten in de lus-stand
multi FX.
! Voor gedetailleerde aanwijzingen over de slicer en slicerlus raadpleegt u de
handleiding van de rekordbox software.
m Performance-pads
Er kunnen allerlei handelingen worden verricht met de pads.
= De performance-pads gebruiken (pag. 16 )
n PLAY/PAUSE f knop
Druk op:
Hiermee kunt u muziekstukken weergeven/pauzeren.
o CUE-toets
Druk op:
Stelt cue-punten in, speelt deze af en roept deze op.
! Wanneer de [CUE] toets wordt ingedrukt tijdens een onderbreking, wordt er
een cue-punt ingesteld.
! Wanneer er tijdens het afspelen op de [CUE] toets wordt gedrukt, keert het
muziekstuk terug naar het cue-punt en wordt het stuk onderbroken. (Back
cue)
! Als de [CUE] toets ingedrukt wordt gehouden nadat het muziekstuk is terug-
gekeerd naar het cue-punt, zal het afspelen worden voortgezet zolang de
toets ingedrukt wordt gehouden. (Cue sampler)
[SHIFT] + indrukken:
Er wordt teruggekeerd naar het begin van het muziekstuk.
p QUANTIZE-toets
De kwantiseringsfunctie in- of uitschakelen.
q SYNC-toets
Druk op:
Schakelen tussen synchroniseren en niet synchroniseren (SYNC ON/OFF) met
het tempo van het masterdeck.
[SHIFT] + indrukken:
Gebruik deze toets om het muziekstuk dat in dit toestel geladen is in te stellen
als de master voor beat-synchronisatiefunctie.
r SHIFT-toets
Wanneer er op een andere knop wordt gedrukt terwijl de [SHIFT] wordt inge-
drukt, wordt er een andere functie opgeroepen.
9
Nl