Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑22].
[2‑26]
Begintijdstip automatische geluidsarme
1
2 (standaard)
3
[2‑27]
Eindtijdstip geluidsarme werking.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑22].
[2‑27]
Eindtijdstip automatische geluidsarme
1
2
3 (standaard)
[2‑30]
Niveau
stroomverbruikbegrenzing
besturingsadapter (DTA104A61/62).
Deze instelling bepaalt het niveau van de stroomverbruikbegrenzing
voor stap 1 als het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet
draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie
de tabel voor de niveaus.
[2‑30]
Stroomverbruikbegrenzing (bij benadering)
1
2
3 (standaard)
4
5
6
7
8
[2‑31]
Niveau
stroomverbruikbegrenzing
besturingsadapter (DTA104A61/62).
Deze instelling bepaalt het niveau van de stroomverbruikbegrenzing
voor stap 2 als het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet
draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie
de tabel voor de niveaus.
[2‑31]
Stroomverbruikbegrenzing (bij benadering)
1 (standaard)
2
3
[2‑32]
Gedwongen, permanenten, stroomverbruikbegrenzing (geen externe
besturingsadapter vereist voor stroomverbruikbegrenzing).
Deze
instelling
activeert
en
stroomverbruikbegrenzing die permanent wordt toegepast als het
systeem altijd met stroomverbruikbegrenzing moet draaien. Zie de
tabel voor de niveaus.
[2‑32]
0 (standaard)
Functie niet actief.
1
Volgens instelling [2‑30].
2
Volgens instelling [2‑31].
[2‑35]
Instelling hoogteverschil.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1 – 2018.09
werking (ongeveer)
20u00
22u00
24u00
werking (ongeveer)
6u00
7u00
8u00
(stap 1)
via
de
externe
60%
65%
70%
75%
80%
85%
90%
95%
(stap 2)
via
de
externe
40%
50%
55%
bepaalt
het
niveau
van
Referentie begrenzing
[2‑35]
0
Wanneer de buitenunit lager dan de
binnenunits is geïnstalleerd en het
hoogteverschil tussen de hoogste binnenunit
en de buitenunit meer dan 40 m bedraagt,
moet de instelling [2‑35] worden ingesteld op 0.
1 (standaard)
—
Andere veranderingen/beperkingen aan het circuit zijn van
toepassing; zie
"5.3.5 Leidinglengte: Alleen VRV DX" op pagina 17
voor meer informatie.
[2‑49]
Instelling hoogteverschil.
[2‑49]
0 (standaard)
—
1
Wanneer de buitenunit hoger dan de
binnenunits is geïnstalleerd en het
hoogteverschil tussen de laagste binnenunit en
de buitenunit meer dan 50 m bedraagt, moet
de instelling [2‑49] op 1 worden ingesteld.
Andere veranderingen/beperkingen aan het circuit zijn van
toepassing; zie
"5.3.5 Leidinglengte: Alleen VRV DX" op pagina 17
voor meer informatie.
[2‑81]
Instelling koelcomfort.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑8].
[2‑81]
0
Eco
1 (standaard)
Gematigd
2
Snel
3
Krachtig
Zie
"7.3 Energie besparen en optimale werking" op pagina 46
meer informatie en advies over de impact van deze instellingen.
[2‑82]
Instelling verwarmcomfort.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑9].
[2‑82]
0
Eco
1 (standaard)
Gematigd
2
Snel
3
Krachtig
Zie
"7.3 Energie besparen en optimale werking" op pagina 46
meer informatie en advies over de impact van deze instellingen.
[2‑83]
Toewijzing master-gebruikersinterface wanneer tegelijk VRV DX-
binnenunits en RA DX-binnenunits worden gebruikt.
de
Verander
instelling
werkingsstand te laten bepalen (systeemspanning UIT/AAN is
vereist na uitvoeren van deze instelling).
[2‑83]
0
VRV DX-binnenunit bepaalt de werkingsstand.
1 (standaard)
RA DX-binnenunit bepaalt de werkingsstand.
[2‑85]
Intervaltijd automatische lekdetectie.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑86].
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
Beschrijving
Beschrijving
Instelling koelcomfort
Instelling verwarmcomfort
[2‑83]
om
de
VRV DX-binnenunit
Beschrijving
voor
voor
de
45