Inhoudsopgave
Advertenties
4 Montage en aansluiting
Op de boorsjabloon zijn maatlijnen aangebracht t.b.v. de
NL
montagemethode voor uw koelaggregaat.
Letselgevaar!
Verwijder zorgvuldig alle scherpe randen
van de uitsparingen om letsel te voor-
komen.
Breng de uitsparingen inclusief de lijnbreedte volgens
de boorsjabloon aan.
Verwijder de scherpe randen van de uitsparingen.
4.3.2
Koelaggregaat opbouwen
Plak het meegeleverde afdichtingsframe op de dak-
plaat met uitsparing.
Afb. 6:
Afdichtingsframe op dakplaat
Plak de meegeleverde isolatieplaat onder de kunststof
bodemplaat van het koelaggregaat (3273.xxx,
3383.xxx, 3384.xxx, 3385.xxx, 3359.xxx).
Abb. 6.1: Afdichtingsplaat rond de behuizing van de cendensaat-
verdamper van het koelaggregaat
Steek de meegeleverde afdichtingplaat onder de
plastic basis van de koeleenheit (3273.xxx,
3359.xxx, 3383.xxx, 3384.xxx, 3385.xxx).
8
Afb. 7:
Afdichtingsplaat onder de kunststof bodemplaat van
het koelaggregaat
Monteer het koelaggregaat op het dak van de kast.
Draai de meegeleverde dubbele schroefdraadbouten
in de boringen van de kunststof bodemplaat aan de
onderzijde van het koelaggregaat met max. 5 Nm vast.
Bevestig het aggregaat met de meegeleverde ringen
en moeren.
Opmerking:
Om een duurzame afdichting tussen het koe-
laggregaat en behuizing te realiseren, dient
het montageoppervlak eventueel te worden
verstevigd of ondersteund. Dit geldt vooral bij
grote dakoppervlakken.
Afb. 8:
Dakplaatversteviging bij kast
Toebehoren voor dakplaatversteviging bij :
Dakplaat
Snelwisselraam
Montagerail
Systeembehuizing
(zie ook toebehoren in het Rittal-handboek)
4.4
Condensafvoer aansluiten
Aan het koelaggregaat kunt u een condensafvoerslang
(Ø ½") monteren.
De condensafvoer
Rittal Koelaggregaat
Advertenties
Inhoudsopgave
