6.1.4
Algemene informatie bij de programmering
Met de toetsen 1, 2 en 3 (afb. 17) kunt u 24 parameters
binnen het aangegeven bereik (min.-waarde, max.-
waarde) wijzigen.
In de tabellen 3 en 4 wordt weergegeven welke parame-
ters u kunt wijzigen. Afb. 20 op pagina 17 geeft aan, op
welke toetsen u daarbij dient te drukken.
Aanwijzing m.b.t. schakelhysterese:
Bij een geringe hysterese en daarmee korte
schakelcycli bestaat het gevaar dat de koe-
ling onvoldoende is of dat er slechts bepaalde
delen van de behuizing worden gekoeld. Bij
overdimensionering van het koelaggregaat
en compressorlooptijden < 1 minuut wordt
de schakelhysterese ter bescherming van het
koelaggregaat automatisch verhoogd ((zie
melding "LH" in paragraaf 6.1.9 "Systeem-
meldingen").).
Aanwijzing m.b.t. insteltemperatuur:
De insteltemperatuur is bij de e-comfortrege-
ling door de fabriek op +35°C ingesteld.
Om energiebesparingsredenen en vanwege
het gevaar voor verhoogde condensatie dient
u de insteltemperatuur niet lager in te stellen
dan nodig.
Aanwijzing m.b.t. nuttig koelvermogen:
Interactieve karakteristieken voor het bereke-
nen van het nuttig koelvermogen vindt u op
www.rittal.com
De programmering is in principe voor alle instelbare pa-
rameters gelijk.
Om naar de programmeermode te gaan:
Druk gedurende ca. 5 sec. op toets 2 ("Set").
De regeling bevindt zich nu in de programmeermode.
Wanneer u in de programmeermode gedurende ca.
30 sec. op geen enkele toets drukt, dan knippert de
weergave eerst en vervolgens keert de regeling terug
naar de normale Weergavemode. De weergave "Esc"
signaleert hierbij dat eventueel aangebrachte wijzigingen
niet werden opgeslagen.
Druk op de programmeertoets (°C) resp. (°F) om
tussen de instelbare parameters te wisselen (zie tabel-
len 3 en 4).
Druk op toets 2 ("Set") om de weergegeven parame-
ters die u wilt wijzigen te selecteren.
De actuele waarde van deze parameters wordt weerge-
geven.
Druk op één van de programmeertoetsen (°C) resp.
(°F).
De weergave "Cod" verschijnt. Om een waarde te kun-
nen wijzigen, dient u de toegangscode "22" in te voeren.
Houd de programmeertoets (°C) zo lang ingedrukt
tot "22" verschijnt.
Druk op toets 2 ("Set") om de code te bevestigen.
Rittal Koelaggregaat
Nu kunt u de parameter binnen de aangegeven grens-
waarden wijzigen.
Druk op één van de programmeertoetsen (°C) resp.
(°F), tot de gewenste waarde wordt weergegeven.
Druk op toets 2 ("Set") om de wijziging te bevestigen.
Nu kunt u op dezelfde wijze andere parameters wijzigen.
De wijzigingscode "22" hoeft u hiervoor niet opnieuw in
te voeren.
Om de programmeermode te verlaten, drukt u op-
nieuw gedurende ca. 5 sec. op toets 2 ("Set").
Op het display verschijnt "Acc" om aan te geven dat de
wijzigingen zijn opgeslagen. Vervolgens keert het display
terug naar normaal bedrijf (interne behuizingstempera-
tuur).
U kunt de e-Comfortcontroller ook via een diagnosesoft-
wareprogramma (bestelnr. 3159.100) programmeren.
Deze software wordt geleverd met en verbindingskabel
voor aansluiting op een PC. Als interface dient de con-
nector van de verbindingskabel aan de achterzijde van
het display van de e-Comfortcontroller.
6 Bediening
15
NL