4
Toets het telefoonnummer in waarnaar u wilt doorschakelen.
Toets zowel het netnummer als het abonneenummer in.
Druk op /.
5
>
U hoort lange toonsignalen. Extern doorschakelen per aan-
sluitpunt is ingeschakeld.
6
Leg de hoorn neer.
>
Als u de hoorn opneemt van de telefoon die op het betreffende
aansluitpunt is aangesloten, hoort u een onderbroken kiestoon
als u de telefoon hebt ingesteld op direct binnenlijn. Als u de
telefoon hebt ingesteld op direct buitenlijn dan hoort u niet of
u een aansluitpunt extern hebt doorgeschakeld.
Let op!
Gebruik aansluitpunt extern doorschakelen niet voor door-
schakelen naar Voicemail. Zie voor het inschakelen van VoiceMail
paragraaf 15.2.
Doorschakeling controleren
Als u uw telefoon direct hebt doorgeschakeld, hoort u een onder-
broken kiestoon wanneer u de hoorn van de telefoon opneemt.
Deze onderbroken kiestoon hoort u niet bij doorschakelen bij niet
opnemen en doorschakelen bij bezet.
Als u een onderbroken kiestoon hoort, betekent dit alleen dat uw
telefoon is doorgeschakeld. Als u ook wilt controleren of uw tele-
foon naar het goede telefoonnummer is doorgeschakeld, kunt u
beter vanaf een andere aangesloten telefoon uw eigen telefoon-
nummer bellen. U krijgt dan verbinding met het telefoonnummer
waarnaar u hebt doorgeschakeld. Op deze manier kunt u ook door-
schakelen bij niet opnemen en doorschakelen bij bezet controleren.
Extern doorschakelen uitschakelen
1
Neem de hoorn op van de telefoon die u hebt doorgeschakeld.
>
Afhankelijk van de soort doorschakeling hoort u de kiestoon of
een onderbroken kiestoon. Als uw telefoon staat ingesteld op
direct binnenlijn, moet u eerst code 0 intoetsen om een buiten-
lijn te selecteren.
1
U kunt de flashtoets herkennen aan het opschrift F, FLASH, RR, R, RECALL, RECL of ,.
Als uw telefoon geen flashtoets heeft, kunt u voor de betreffende telefoon instellen
dat u een binnenlijn kunt selecteren met het haakcontact (zie paragraaf 7.4).
73