Handm. belichting
U kunt een opname met de gewenste belichtingsinstelling maken door wijziging van
zowel de sluitertijd als het diafragma.
1 MENU t [Opn.modus] t [Handm. belichting].
2 Druk herhaaldelijk op de onderzijde van het
instelwiel als u de sluitertijd of het diafragma
wilt selecteren.
Het scherm voor aanpassing van de sluitertijd en van het
diafragma verschijnt afwisselend.
3 Draai het instelwiel en selecteer de
gewenste waarde.
Of raak
/ ,
Controleer de belichtingswaarde bij "MM" (gemeten
handmatig).
Naar +: Beelden worden helderder.
Naar –: Beelden worden donkerder.
0: Juiste belichting geanalyseerd door de camera
4 Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde ook aanpassen tijdens het opnemen van films.
Opmerkingen
• U kunt niet [Flitser uit] en [Automatisch flitsen] selecteren in [Flitsfunctie]. Selecteer deze door de flitser
met uw vingers omhoog of omlaag te duwen.
• De indicator
handmatige belichting.
• De ISO-instelling [ISO AUTO] is in de stand voor handmatige belichting ingesteld op [ISO 100]. Stel de
ISO-gevoeligheid naar behoefte in.
• De helderheid van het beeld op de LCD-monitor kan verschillen van die van het beeld dat in
werkelijkheid wordt vastgelegd.
• Wanneer u een lens gebruikt met een Montagestuk A, kunt u de sluitertijd en de diafragmawaarde
aanpassen wanneer u met de hand scherpstelt tijdens het opnemen van films.
/
aan op het scherm.
(waarschuwing SteadyShot) wordt niet weergegeven in de stand voor
Sluitertijd
Diafragma (F-waarde)
Gemeten handmatig
Vervolg r
NL
63