De capaciteit van de batterij is afhankelijk van het gebruik van de
handset. Om de capaciteit van de batterij te behouden kunt u de
spaarstand aan zetten.
2.4 Handset aan- /uitzetten
De handset gaat automatisch aan als deze op de lader wordt
geplaatst.
1.
Als de handset uit is, houd u de
het toestel aan gaat.
2.
Als de handset aan is, drukt u (ca.2 seconden) op de
toets.
Hierna verschijnt in het display [Handset uit?].
3.
Bevestig dit met [Ja].
4.
Hierna gaat de handset uit. Een uitgeschakelde
handset kan geen oproep meer ontvangen.
Er verschijnt niets in het display wanneer de batterij leeg is. U
moet de batterijen helemaal opladen voordat u de handset in
gebruik neemt.
De eerste keer dat u de handset aanzet, geeft het display het
nummer van de handset weer. U kunt de handset zo instellen dat
uw naam wordt weergegeven in plaats van het nummer van de
handset. Tevens kunnen onder andere de taal, datum en de tijd
veranderd worden.
Als u een handset hebt gekocht en deze niet hebt aangemeld,
verschijnt er: [Aanmelden !]. in het display als de telefoon wordt
aangezet.
toets ingedrukt tot
15