5.4 Bediening
Voor het eerste gebruik
Reinig het apparaat en de werkoppervlakken vóór elk gebruik grondig volgens de
instructies in hoofdstuk 6 „Reiniging".
5.4.1 Functies van bedieningsknoppen / indicatoren / LED controlelampjes
A. Manometer
De manometer geeft tijdens het werk de druk in de vacuümkamer aan.
B. Vacuüm & Seal (vacuüm en verzegeling)
Door het indrukken van deze knop wordt automatisch de vacuüm- en
verzegelingsmodus in gekozen.
C. Seal (verzegeling)
Met behulp van deze knop kunnen 2 functies worden uitgekozen:
Het open einde van een vacuümzak sluiten die van folie op rol wordt gemaakt.
Wanneer de vacuümzak wordt afgesloten, begint het apparaat eerst ongeveer
20 seconden te zuigen om de sealbalk af te dichten voordat de vacuümzak
wordt afgesloten.
Als tijdens het uitvoeren van de automatische „Vacuüm & Seal"-modus op de
knop „Seal" wordt gedrukt, stopt de vacuümpomp, sluit de klep en gaat het
apparaat in de verzegelmodus.
- 172 -
A
E
D
B
F
G H
K
J
B
C
I