9.5 Controleweging
Tijdens het controlewegen is het mogelijk om de bovenste en onderste grenswaarde
te bepalen en daarmee te verzekeren dat het gewogen materiaal zich precies binnen
de bepaalde tolerantiegrenzen bevindt.
De weegschaal met de toets
In de weegmodus de toetsen
De aanduiding 01 FnC verschijnt.
Met de toets
De aanduiding FnC 00 verschijnt.
Met de toets
Het cijfer met de toets
Het cijfer met de toets
Vervolgens FnC 03 invoeren.
Met de toets
De blinkende aanduiding 00000h verschijnt, de bovenste grenswaarde invoeren
en met de toets
De blinkende aanduiding 00000L verschijnt, de bovenste grenswaarde invoeren
en met de toets
De aanduiding 01100b verschijnt; nu kan de instelling van het signaal worden
ingevoerd (zie tabel hieronder).
De gewenste instelling met de numerieke toetsen invoeren en met
bevestigen.
De weegschaal uit- en opnieuw aanzetten en het gewogen materiaal wegen.
FXN-N-BA-nl-1511
aanzetten.
en
bevestigen.
een van de cijferswaarden kiezen.
verhogen.
verlagen.
bevestigen.
bevestigen.
bevestigen.
tegelijk drukken.
22