Technische gegevens KERN FKB 8K0.1A FKB 15K0.5A FKB 15K1A Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,5 g Weegbereik (max.) (d) 8 kg 15 kg 15 kg Tarreerbereik (subtractief) 8 kg 15 kg 15 kg Reproduceerbaarheid 0,1 g 0,5 g Lineariteit 0,3 g 1,5 g Minimaal gewicht per stuk bij 0,2 g...
Pagina 5
KERN FKB 16K0.2A FKB 30K1A FKB 30K2A Afleesbaarheid (d) 0,2 g Weegbereik (max.) (d) 16 kg 30 kg 30 kg Tarreerbereik (subtractief) 16 kg 30 kg 30 kg Reproduceerbaarheid 0,2 g Lineariteit 0,6 g Minimaal gewicht per stuk bij 0,4 g telling van het aantal stuks Opwarmtijd 2 uren...
Pagina 6
KERN FKB 30K5DA FKB 36K0.5A FKB 60K2A Afleesbaarheid (d) 5 g / 10 g 0,5 g Weegbereik (max.) (d) 15 kg / 30 kg 36 kg 60 kg Tarreerbereik (subtractief) 15 kg / 30 kg 36 kg 60 kg Reproduceerbaarheid 5 g / 10 g 0,5 g Lineariteit...
Pagina 7
KERN FKB 60K5A FKB 60K10DA FKB 65K1A Afleesbaarheid (d) 10 g / 20 g Weegbereik (max.) (d) 60 kg 30 kg / 60 kg 65 kg Tarreerbereik (subtractief) 60 kg 30 kg / 60 kg 65 kg Reproduceerbaarheid 510 g / 20 g Lineariteit 15 g 30 g / 60 g...
3 Fundamentele aanwijzingen (algemeen) 3.1 Reglementair gebruik De door u aangekochte weegschaal dient om de weegwaarde van te wegen goed te bepalen. Z is voor het gebruik als "niet-automatische weegschaal" voorzien. Dit betekent dat het te wegen goed met de hand voorzichtig en in het midden van de weegplaat aangebracht wordt.
4 Essentiële veiligheidsinstructies 4.1 Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in acht nemen Neem deze gebruiksaanwijzing vóór de installatie en inbedrijfstelling zorgvuldig door, ook indien u met weegschalen van de firma KERN reeds ervaring opgedaan hebt. 4.2 Scholing van het personeel Het apparaat mag uitsluitend door geschoolde medewerkers bediend en onderhouden worden.
Bij het opduiken van elektromagnetische velden (bijvoorbeeld door mobiele telefoontoestellen of zendontvangapparaten), bij statische opladingen en ook bij een onstabiele stroomvoorziening zijn er grote displayafwijkingen (foutieve weegresultaten) mogelijk. De plaats van opstelling moet dan gewijzigd of de storingsbron verholpen te worden. 6.2 Uitpakken/installeren De weegschaal voorzichtig uit de verpakking nemen, plastic hoes verwijderen en de weegschaal op de voorziene werkplaats installeren.
6.4 Werking met batterijvoeding/accuvoeding (optioneel) Deksel van de batterijhouder aan de onderzijde van de weegschaal afnemen. 9 V- blokbatterij aansluiten. Deksel van de batterijhouder terug aanbrengen. Voor de werking met batterijvoeding beschikt de weegschaal over een automatische uitschakelfunctie, die in het menu (zie hoofdstuk 9) geactiveerd of gedeactiveerd kan worden.
6.6 Eerste inbedrijfstelling Om bij elektronische weegschalen nauwkeurige weegresultaten te behalen, moet de weegschaal zijn bedrijfstemperatuur (zie „Opwarmtijd“ hoofdstuk 1) bereikt hebben. De weegschaal moet voor deze opwarmtijd op de stroomvoorziening (netaansluiting, accu of batterij) aangesloten zijn. De nauwkeurigheid van de weegschaal is afhankelijk van de lokale valversnelling. Onvoorwaardelijk de aanwijzingen in het hoofdstuk „Justering“...
6.9 Ondergrondse weging Met behulp van de ondergrondse weging kunnen voorwerpen, die omwille van hun omvang of vorm niet op de weegschaal gezet kunnen worden, gewogen worden. Ga als volgt te werk: • Weegschaal uitschakelen. • Afsluitdeksel op de bodem van de weegschaal openen. •...
Bedieningselementen 7.1 Overzicht van de displays 7.2 Toetsenbordoverzicht Toets Omschrijving Functie • Weeggegevens via interface overbrengen Toets PRINT • Menu oproepen (toets ingedrukt houden totdat UNIT verschijnt) • Instellingen in het menu bevestigen Toets SET • Opslaan en menu verlaten, •...
8 Basiswerking Inschakelen Toets ON indrukken. De weegschaal voert een zelftest door. Wanneer de gewichtsaanduiding verschijnt, is de weegschaal gereed om te wegen 8888 Uitschakelen Toets OFF indrukken, het display dooft Te wegen goed opleggen Wegen Stilstandcontrole afwachten, nadat de stilstand gecontroleerd werd, wordt rechts op het display de weegeenheid (bijvoorbeeld g of kg) aangegeven Weegresultaat aflezen.
Te wegen goed inwegen, het nettogewicht wordt aangegeven. 47.2 Het tarreerprocédé kan willekeurig vaak herhaald worden, bijvoorbeeld bij het afwegen van meerdere componenten bij een mengsel (bijwegen). De grens is bereikt wanneer het complete weegbereik bezet is. Na het afnemen van het weegreservoir verschijnt het gewicht van het weegreservoir als minusaanduiding.
Plus/minus Bijvoorbeeld ter controle van het gewicht per stuk, productiecontrole, enz. wegingen Gewenst gewicht op de weegplaat zetten en met toets TARE tarreren. TARE Gewenst gewicht afnemen Testitems achtereenvolgens op de weegplaat leggen, respectievelijke afwijking van het gewenste gewicht wordt correct volgens de voortekenen volgens „+“...
• Terug naar de weegmodus Toets MODE indrukken. • Foutmelding „Er 1“ Onder het minimale gewicht per stuk gebleven, zie hoofdstuk 1 „Technische gegevens“. Toets MODE indrukken en referentievorming herstarten. • Tarreren Tarrareservoirs kunnen ook bij de telling van het aantal stuks gebruikt worden.
Procentuele De procentuele bepaling maakt de gewichtsaanduiding in procent, gebaseerd op een referentiegewicht, dat met 100% bepaling overeenstemt, mogelijk. In de weegmodus toets MODE herhaaldelijk indrukken MODE totdat [100 %] aangegeven wordt. Referentiegewicht, dat met 100% overeenstemt, opleggen. Met toets SET referentie opslaan. Referentiegewicht afnemen.
9 Menu 9.1 Navigatie in het menu Toegang tot het menu In de weegmodus toets PRINT ingedrukt PRINT houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Vn T Menupunten oproepen Vn T Met de toets MODE kunnen de MODE individuele menupunten om beurten opgeroepen worden.
Pagina 22
2. Instelling van meerdere menupunten wijzigen Opgeroepen menupunt met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven. Met de toets MODE instelling wijzigen. RE CR MODE Pl PC Toets TARE indrukken „Exit“ verschijnt. TARE Ofwel Met toets SET (“Ja”) bevestigen, „StorE“ wordt aangegeven.
Pagina 23
Opslaan/verwerpen en menu verlaten STQRE Ofwel Opslaan Door het indrukken van de toets SET (“Ja”) de doorgevoerde wijzigingen in het geheugen opslaan. De weegschaal keert automatisch terug naar de weegmodus. Verwerpen PRINT Om de wijzigingen te verwerpen toets PRINT (“Neen”) indrukken. De weegschaal keert automatisch terug naar de weegmodus.
9.2 Menuoverzicht Beschrijving van de Functie Parameter Beschrijving van de werking keuzemogelijkheden Omschakeling tussen UNIT Gram weegeenheden Kilogram (afhankelijk van het model) (zie hfdst. 9.3) Troy ons Pound Tael Hongkong Tael Taiwan “Grain” (afhankelijk van het model) Pennyweight (afhankelijk van model) Momme Tola Carat (afhankelijk van het model)
Pagina 25
Transmissiesnelheid bAUd 19200 (zie hfdst. 9.4) 9600* 4800 2400 1200 Auto off Automatische uitschakelfunctie na 3 minuten zonder lastwijziging (batterijvoeding), zie “Aan” hoofdstuk 6.4 Automatische uitschakelfunctie na “off” 3 minuten zonder lastwijziging “Uit” Auto Zero (zie hfdst. 9.3) “off” Selectie justeergewicht (zie hoofdstuk 9.3) *van het model afhankelijk Achtergrondverlichting...
9.3 Beschrijving van individuele menupunten Weegeenheden In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Vn T Toets SET indrukken, de ingestelde eenheid wordt weergegeven. Met de toets MODE kan er uit de verschillende eenheden (zie hierna volgende tabel) een keuze gemaakt worden. Geselecteerde eenheid met toets SET bevestigen.
Dosering en Met de functie “Auto-Zero” (“Automatisch nul”) worden kleine snelheidsschommelingen automatisch getarreerd. “Zero-tracking” Indien er kleine hoeveelheden van het te wegen goed verwijderd of toegevoerd worden, kunnen er door de in de weegschaal aanwezige "stabiliteitscompensatie" foutieve weegresultaten aangegeven worden! (Voorbeeld: Langzaam uitstromen van vloeistoffen uit een op de weegschaal gesitueerd reservoir.) Bij doseringen met kleine gewichtsschommelingen is het daarom aanbevelenswaardig, deze functie uit te schakelen.
Functie Van de functie “Dier wegen” kan bij onrustige wegingen gebruik gemaakt worden. Gedurende een vastgelegde tijdspanne wordt de Dier wegen gemiddelde waarde van de weegresultaten gevormd. Hoe onrustiger het te wegen goed is, hoe langer de tijdspanne gekozen dient te worden. In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt.
Terugstellen Met deze functie worden alle weegschaalinstellingen terug op op fabrieks- fabrieksinstellingen gezet. instelling In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „rSt“ aangegeven Vn T wordt. Met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven.
9.4 Interfaceparameter De gegevensuitvoer gebeurt door middel van interface RS 232 C. Algemeen De vereiste voorwaarde voor de gegevensoverdracht tussen weegschaal en een randapparaat (bijvoorbeeld printer, PC ...) is dat beide apparaten op dezelfde interfaceparameters (bijvoorbeeld transmissiesnelheid, transmissiemodus...) ingesteld zijn. Modus “Gegevensover dracht”...
Afdrukuitvoer Met deze functie wordt geselecteerd, welke gegevens door middel van het interface RS232C gezonden worden (geldt niet voor modus “Gegevenstransmissie” BAPr ). In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „LAPr“ aangegeven Vn T wordt.
Transmissiesne De transmissiesnelheid bepaalt de snelheid van de overdracht door middel van het interface, 1 baud = 1 bit/seconde. lheid In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „bAUd“ weergegeven wordt. Vn T Met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven.
10.3 Beschrijving van de gegevenstransfer Pr PC: Toets PRINT indrukken, bij een stabiel gewicht wordt het formaat uit LAPR overgedragen. a. Formaat voor stabiele waarden voor gewicht/aantal stuks/procentuele weergave 10 11 12 13 14 15 16 17 18 CR LF b.
Pagina 35
rE Cr: Op afstand bestuurde commando’s “s/w/t” worden door de afstandsbesturingseenheid naar de weegschaal als ASCII-code gezonden. Nadat de weegschaal de commando’s “s/w/t” ontvangen heeft, zendt ze gegevens. Daarbij dient in acht genomen te worden dat de volgende op afstand bestuurde commando’s zonder daaropvolgende CR LF gezonden moeten worden.
10.4 Uitvoer op barcodeprinter De modus “Gegevensoverdracht” dient op „BA Pr“ gezet te worden (zie hoofdstuk 9.4). Als barcodeprinter is het Zebra-printer model LP2824 voorzien. Daarbij dient erop gelet te worden dat het uitvoerformaat van de weegschaal vast gedefinieerd is en niet gewijzigd kan worden. Het afdrukformaat is in de printer opgeslagen.
12 Kleine hulp bij pannes In geval van een storing in het verloop van het programma dient de weegschaal even uitgeschakeld en van het stroomnet verbroken te worden. Met het weegprocédé moet men dan terug vanaf het begin van start gaan. Hulp: Storing Mogelijke oorzaak...