Veiligheidssysteem
Deze machine is voorzien van een
veiligheidssysteem dat onder de volgende
omstandigheden voorkomt dat de machine kan
worden gestart of dat er met de machine kan worden
gereden.
De motor kan alleen in de volgende gevallen worden
gestart:
•
Het maaidek is uitgeschakeld.
•
De stuurregelaars staan in de buitenste,
vergrendelde neutrale positie.
•
De parkeerrem is ingeschakeld.
Controleer dagelijks of het veiligheidssysteem werkt
door de motor te starten terwijl er niet aan een van
bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. Wijzig de
omstandigheden en probeer het opnieuw.
Als de motor start terwijl er niet aan alle voorwaarden
wordt voldaan, schakelt u de machine uit en
repareert u het veiligheidssysteem voordat u de
machine weer gebruikt.
Zorg dat de motor stopt terwijl de parkeerrem niet is
ingeschakeld en de gebruiker van de stoel opstaat.
Controleer of de motor start als de maaibladen
zijn ingeschakeld en de gebruiker tijdelijk van de
bestuurdersstoel opstaat.
Bandendruk
Stel de bandendruk in op 15 psi / 103 kPa / 1 bar.
Parkeerrem
Controleer visueel of er geen schade is aan
de hendel, koppelingen of schakelaar voor de
parkeerrem. Voer een stilstandtest uit en controleer of
er voldoende remkracht is.
WAARSCHUWING!
Bij een verkeerde afstelling neemt
het remvermogen af en kunnen er
ongevallen ontstaan.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De machine moet stilstaan wanneer u de
parkeerrem activeert.
ONDERHOUD
Startvoorwaarden
BELANGRIJKE INFORMATIE
De machine kan alleen rijden als de
bestuurder op de stoel zit en de parkeerrem
uitschakelt voordat de stuurhendels in de
neutrale positie worden gezet, anders stopt
de motor.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Voeg GEEN bandenvulmiddel of
schuimvulmiddel aan de banden van de
aandrijfwielen toe. Door de overmatige
belasting die door met schuim gevulde
banden ontstaat, kunnen er voortijdige
defecten ontstaan.
Gebruik alleen banden met OEM-specificatie.
Parkeerrem
8065-021
8065-006
39
Nederlands -