7.2
Machine aan de trekker koppelen
LET OP
De aanbouw van apparaten aan de voor- en achterzijde mag niet tot het overschrijden van
het toegestane totaal gewicht, de toegestane aslasten en het draagvermogen van de banden
van de trekker leiden. De vooras van de trekker moet ook bij gemonteerd aanbouwwerktuig
achter altijd met minstens 20% van het leeg gewicht van de trekker zijn belast.
• Controleer voor het begin van de rit of aan deze voorwaarden is voldaan,
KMG000-012
WAARSCHUWING! Verhoogd gevaar voor letsel! Let erop dat zich tijdens het vastkoppelen
(in het bijzonder tijdens het achteruitrijden van de trekker) niemand tussen trekker en machine
bevindt.
Met de trekker achteruit tot aan de machine rijden en de hefarm (1) onder de hefarmbout
van de machine positioneren.
De hefarmen (1) zover optillen dat deze in de kogelhulzen vastklikken en vergrendelen.
De trekker uitschakelen en contactsleutel eruit trekken en meenemen.
De trekker beveiligen tegen wegrollen.
De bovenstang (2) in de driepuntsbok ophangen en beveiligen.
Om zijwaarts uitzwenken van de machine bij rijden op de weg en bij gebruik voor
werkzaamheden te voorkomen de hefarmen vastzetten.
Hefarmhoogte instellen
KMG000-126
Na het vastkoppelen moet de machine voor het maaien op de passende hoogte worden
gebracht.
De maat H
ActiveMow R 280
Originele handleiding 150000862_05_nl
H
H
1
2
[mm]
[inch]
[inch]
[mm]
800
31,5
15,0
380
19,3
490
21,5
550
22,5
570
23,5
600
29,0
740
31,5
800
27 028 700 0
is door een opening op de aanwijzingssticker (1) gemarkeerd.
2
Ingebruikneming
Machine aan de trekker koppelen
H
1
[mm]
[inch]
1
800
31,5
7
7.2
zie
Pagina 46.
H
2
[inch]
[mm]
15,0
380
19,3
490
21,5
550
22,5
570
23,5
600
29,0
740
31,5
800
27 028 700 0
49