Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Gedeelde Printer Installeren Op Andere Netwerkcomputers (Op De Clientcomputers); Tips Voor Het Installeren Van Een Netwerkprinter; Ip-Adres Toewijzen - Lexmark 5400 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 5400 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

8
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
De gedeelde printer installeren op andere netwerkcomputers (op de
clientcomputers)
Met de peer-to-peer-methode
a
Ga naar een netwerkcomputer waarmee u wilt
afdrukken naar de gedeelde printer.
b
Plaats de cd in het cd-rom-station.
c
Klik op Installeren.
d
Kies de netwerkoptie in het dialoogvenster Printer
aansluiten.
e
Selecteer Peer-to-peer in het dialoogvenster
Netwerk instellen.
f
Geef de naam van de netwerkcomputer op en de
naam van de gedeelde printer die u hebt ingesteld
bij stap 6 op pagina 90.
g
Selecteer Testpagina als u wordt gevraagd om een
testpagina af te drukken. Hiermee kunt u contro-
leren of met de computer kan worden afgedrukt
naar de gedeelde printer.
h
Volg de aanwijzingen op het scherm om de instal-
latie te voltooien.
i
Herhaal deze procedure voor elke netwerkcom-
puter waarmee u wilt afdrukken naar de gedeelde
printer.

Tips voor het installeren van een netwerkprinter

IP-adres toewijzen

Tijdens de installatie wordt een IP-adres toegewezen, maar alleen voor rechtstreeks afdrukken via IP. Met het
printerobject, dat tijdens de installatie wordt gemaakt, worden via dit adres alle afdruktaken over het netwerk
verzonden naar de printer die is aangesloten op de afdrukserver.
Op veel netwerken kunnen IP-adressen automatisch worden toegewezen. Voor kleinere netwerken wordt dit
doorgaans autoconfiguratie voor IP-adressen genoemd. Er zijn twee veelvoorkomende soorten netwerken met
autoconfiguratie voor IP-adressen. UPnP-netwerkomgevingen (universele Plug en Play) bieden automatisch
particuliere IP-adressen in het bereik 169.254.x.x. ICS-netwerkomgevingen (Internet Connection Sharing;
internetverbinding delen) bieden automatisch particuliere IP-adressen in het bereik 192.168.x.x. Op grotere
netwerken wordt mogelijk DHCP gebruikt voor het toewijzen van adressen. Deze adressen zijn doorgaans uniek voor
het bedrijf.
Tijdens de installatie van de printersoftware voor rechtstreeks afdrukken via IP wordt het IP-adres alleen weergegeven
op het moment dat het wordt toegewezen. Het printerobject dat wordt gemaakt in de map Printers van het
besturingssysteem, gebruikt het MAC-adres van de afdrukserver die wordt weergegeven bij de poortnaam.
Als het IP-adres niet automatisch wordt toegewezen tijdens de installatie van de printersoftware, kunt u proberen
het adres handmatig op te geven nadat u de printer en afdrukserver hebt geselecteerd in de beschikbare lijst.
Met de point-and-print-methode
a
b
c
d
e
Printer aansluiten op een netwerk
91
Ga naar een netwerkcomputer waarmee u wilt
afdrukken naar de gedeelde printer.
Blader bij Netwerk naar de gedeelde printer die u
hebt ingesteld bij stap 6 op pagina 90.
Klik met de rechtermuisknop op het printerpic-
togram en kies Openen of Verbinden.
Hiermee wordt een subset van de printersoftware
gekopieerd vanaf de hostcomputer. Er wordt een
printerobject toegevoegd aan de map Printers op
de clientcomputer.
Selecteer Testpagina als u wordt gevraagd om
testpagina af te drukken. Hiermee kunt u contro-
leren of met de computer kan worden afgedrukt
naar de gedeelde printer.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave