Druk op
1
Een cijfer of symbool op het toetsenblok In de modus Kopiëren of Fotokaart: het aantal gewenste
Automatisch beantwoorden
2
3
Pauze / Opnieuw kiezen
4
Telefoonboek
5
Kleur
6
Zwart
1
Handeling
exemplaren opgeven.
In de modus Faxen:
•
Faxnummers opgeven.
•
Een geautomatiseerd antwoordsysteem doorlopen.
•
Letters selecteren bij het maken van een snelkeuzelijst.
•
Cijfers invoeren om de datum en tijd op de display in te stellen
of te wijzigen.
De printer instellen zodat alle binnenkomende gesprekken
worden beantwoord als het lampje brandt.
Opmerking: zie voor meer informatie over het aantal belsig-
nalen dat u moet instellen om binnenkomende gesprekken aan
te nemen met het apparaat "Faxen automatisch ontvangen" op
pagina 78.
In de modus Faxen:
•
Het laatstgekozen nummer weergeven. Druk op
de vijf laatstgekozen nummers weer te geven.
•
Een onderbreking van drie seconden invoegen in het
nummer dat u wilt kiezen om te wachten op een buitenlijn of
om verbinding te maken met een geautomatiseerd
antwoordsysteem. Voeg alleen een onderbreking toe als u al
bent begonnen met het invoeren van het nummer.
Een van de geprogrammeerde snelkeuzenummers (1-89) of
groepskeuzenummers (90-99) gebruiken.
Een kopieer-, scan-, fax- of fototaak in kleur starten, afhankelijk
van de geselecteerde modus.
Een kopieer-, scan-, fax- of fototaak in zwart-wit starten, afhan-
kelijk van de geselecteerde modus.
Informatie over de printer
25
2
5
3
6
4
of
om