Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
•
Plaats enveloppen met de flap aan de linkerkant en de afdrukzijde naar beneden.
Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters,
bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig
beschadigen.
5
Geef in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort op die
overeenkomen met het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader.
Laden koppelen en ontkoppelen
De printer koppelt laden wanneer het opgegeven papierformaat en de opgegeven papiersoort hetzelfde zijn. Als een
van de gekoppelde laden leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde lade gebruikt. Als u niet wilt dat laden
worden gekoppeld, geeft u de papiersoort een unieke naam.
Laden koppelen en ontkoppelen
Opmerking: Deze functie is alleen van toepassing op netwerkprinters.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen >Menu Papier.
3
De lade-instellingen wijzigen om het papierformaat en de soort in te stellen voor de lade.
•
Als u lades wilt koppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade overeenkomen
met die van de andere lade.
•
Als u lades wilt ontkoppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade niet
overeenkomen met die van de andere lade.
4
Klik op Verzenden.
37