Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om
overtollig water rond de unit af te voeren.
Bij montage van de unit op een dak dient u eerst de
stevigheid van het dak en de afvoermogelijkheden te
controleren.
Bij montage van de unit op een frame dient u het
waterbestendig paneel maximaal 150 mm onder de
unit te monteren om zodoende waterinsijpeling van
onder de unit te voorkomen.
Wanneer u de unit in een
corrosieve omgeving installeert,
moet u een moer met een
harsen clipplaat (1) gebruiken
om het bevestigingsdeel met de
moer te beschermen tegen roest.
VOORZORGSMAATREGEL
Stop alle spleten in de uitvoeropeningen van leidingen en draden
dicht met behulp van afdichtingsmateriaal (lokale levering). (Kleine
dieren kunnen in de machine binnendringen.)
Voorbeeld: uitvoeropening van leidingen aan de voorkant
1
Dicht de delen aangegeven met "
(Wanneer de leiding uit het voorpaneel
vertrekt).
2
Leiding gaszijde
3
Leiding vloeistofzijde
1
2
3
7. K
OELMIDDELLEIDINGEN
Gebruik R410A voor het toevoegen van koelmiddel.
Het monteren van de leidingen moet gebeuren door een
erkend koeltechnicus, overeenkomstig de lokale en
nationale voorschriften.
VOORZORGSMAATREGELEN
SOLDEREN VAN KOELMIDDELLEIDINGEN
Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van koper
op de koperen koelmiddelleiding. (Vooral voor de HFC
koelmiddelleiding) Gebruik daarom fosforkoper als
lasmetaal (BCuP) waarbij geen vloeimiddel wordt
vereist.
Vloeimiddel heeft een uitermate schadelijke werking
op koelmiddelleidingen. Zo zal een chloorvloeimiddel
corrosie van de leidingen veroorzaken, of als het
fluoride bevat, zal het het smeermiddel in het
koelmiddel aantasten.
Blaas stikstof in de leiding bij het solderen.
(Wanneer u soldeert zonder stikstof te vervangen of
zonder stikstof in de leiding te blazen, wordt een
aanzienlijke geoxideerde filmlaag op de binnenkant
van de leidingen afgezet, wat een nadelig effect heeft
op de kleppen en de compressors in het koelsysteem
en een normale werking in de weg staat.)
Controleer na de montage of er geen koelmiddel-
lekken zijn.
Als er door een lek koelmiddel in de kamer terecht-
komt en in contact komt met vuur, kan er een giftig
gas ontstaan.
In het geval van een lek:
•
verlucht de ruimte onmiddellijk.
•
raak lekkend koelmiddel niet rechtstreeks aan. Anders
kunt u vrieswonden oplopen.
RZQ200+250B8W1B
Split-systeem airconditioners
4PW25544-1A
1
" af.
BIJ
HET
HARD-
LET OP
Installatiegereedschap:
Gebruik
uitsluitend
instrumenten, verdeelstukken, vulslangen enz.) dat
voor installaties met R410A bestemd is, tegen hogere
druk bestand is en verontreiniging van het systeem
(met vocht en minerale oliën als SUNISO) voorkomt.
(De schroefspecificaties voor R410A en R407C zijn
verschillend.)
Vacuümpomp (gebruik een tweetrapsvacuümpomp
met terugslagklep):
Zorg dat de olie in de pomp niet in het systeem
terugstroomt als de pomp buiten werking is.
7.1. Keuze van het leidingmateriaal
Constructiemateriaal: met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze
koperen buis voor koelmiddel.
Getemperde kwaliteit: gebruik leidingen van getemperd staal in
functie van de leidingdiameter zoals aangegeven in de tabel
hieronder.
De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan de
geldende plaatselijke en nationale voorschriften. De minimale
leidingdikte voor leidingen voor R410A moet overeenstemmen
met de waarden in de tabel hieronder.
Getemperde kwaliteit van
Leiding Ø
het leidingmateriaal
9,5 / 12,7
O
15,9
O
22,2
1/2H
O=Gegloeid
1/2H=Halfhard
7.2. Maat koelmiddelleiding
Zie
afbeelding 9
voor
tweewegsystemen,
driewegsystemen en
afbeelding 13
Hoofdleiding (leiding tussen buitenunit en eerste aftakking).
De leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de
buitenaansluitingen.
Type
Gasleiding
RZQ200
Vloeistofleiding
Gasleiding
RZQ250
Vloeistofleiding
(1) In het geval van een tweeweg-, drieweg- en dubbele tweewegtoepassing,
zijn de aangegeven maten van de koelmiddelleiding alleen van toepassing
op de hoofdleidingen. (L1 = leidingen tussen de buitenunit en de aftakking
in afbeeldingen 9,
12
Leiding tussen eerste en tweede aftakking (L2+L3) (alleen voor
dubbel tweewegsysteem).
Vloeistof
Ø9,5
Gas
Ø15,9
Leiding tussen laatste aftakking en binnenunits (L2~L3 voor
tweeweg-, L2~L4 voor drieweg- en L4~L7 voor dubbel
tweewegsysteem).
Deze leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de leidingen
van de aangesloten binnenunits. Aftakking: zie markering ' ' in
afbeelding 9,
12
en 13.
installatiegereedschap
Minimale dikte t (mm)
0,80
1,00
1,00
afbeelding 12
voor dubbele tweewegsystemen.
Maat koelmiddelleiding
Standaardmaat
Vergroot
Ø22,2
Ø25,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø22,2
Ø25,4
Ø12,7
Ø15,9
en 13).
Montagehandleiding
(meet-
voor
(1)
4