............... Bedrading ter plaatse
L1,L2,L3................. Stroomvoerend
N ............................ Spanningsvrij
......................... Connector
........................... Draadklem
......................... Beschermende aarding (schroef)
BLK........................ Zwart
BLU........................ Blauw
BRN ....................... Bruin
GRY ....................... Grijs
ORG ...................... Oranje
PNK ....................... Roze
RED ....................... Rood
WHT ...................... Wit
YLW ....................... Geel
8.2. Optionele stekkers
X36A...................... Aansluitstekker (adapter voeding)
LET OP
Gebruik uitsluitend kopergeleiders.
Raadpleeg de montagehandleiding van de cen-
trale afstandsbediening voor het aansluiten van
de bedrading naar de centrale afstandsbediening.
Gebruik geïsoleerde draad voor het netsnoer.
8.3. Normen voor het voedingscircuit en de kabels
Er moet een voedingscircuit (zie onderstaande tabel) worden
voorzien voor aansluiting van de unit. Dit circuit moet worden
beveiligd met behulp van de benodigde beveiligingen, met name een
hoofdschakelaar, een trage zekering op elke fase en een
aardlekschakelaar.
Fase en
frequentie
Spanning
RZQ200
3 N~50 Hz
400 V
RZQ250
3 N~50 Hz
400 V
Gebruik in geval van aardlekschakelaars alleen die van het snelle
type met een maximale stroomsterkte van 30 mA en die bestand zijn
tegen hogefrequentiestoringen.
Monteer zeker een hoofdschakelaar voor het volledige systeem.
LET OP
Kies
de
desbetreffende lokale en nationale voorschriften.
De draaddikte moet in overeenstemming zijn met
de geldende plaatselijke en nationale voor-
schriften.
De specificaties voor de lokale bedrading,
netsnoer en aftakkingen zijn in overeenstemming
met IEC60245.
DRAADTYPE H05VV(*)
*Alleen voor beveiligde leidingen (H07RN-F
gebruiken als geen beveiligde leidingen worden
gebruikt).
RZQ200+250B8W1B
Split-systeem airconditioners
4PW25544-1A
Doorsnede
Aanbevolen
transmissie-
zekeringen
kabels
32 A
H05VV-U4G2.5
32 A
H05VV-U4G2.5
voedingskabel
op
basis
8.4. Algemene waarschuwingen
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmenstrook en
klem deze vast zoals afgebeeld in
hoofdstuk "Lokale kabelaansluitingen".
Aangezien deze unit is uitgerust met een inverter kan de
montage van een blindvermogencondensator niet alleen de
vergroting van de energiefactor belemmeren maar ook
abnormaal hoge temperaturen veroorzaken in de condensator
als gevolg van hogefrequentiegolven. Daarom mag u nooit een
blindvermogencondensator monteren.
Houd de spanningsafwijking binnen de 2% van de voedings-
waarde.
•
Een
afvlakcondensator verkorten.
•
Ter beveiliging zal het toestel stilvallen en verschijnt een
storingsindicatie als de spanningsafwijking meer dan 4%
bedraagt van de voedingswaarde.
Schakel
werkzaamheden aan te vatten.
De draden moeten altijd worden geaard. (In overeenstemming
met de plaatselijke regelgeving.)
Sluit de aardleiding niet aan op een gasleiding, riolering,
bliksemafleiders of een telefoonaarding. Dit kan een elektrische
schok veroorzaken.
•
Gasleidingen: kunnen ontploffen of vuur vatten in geval van
gaslekken.
•
Rioleringsbuizen: in geval van plastic buizen is er helemaal geen
sprake van aarding.
•
Telefoonaardingen en bliksemafleiders: gevaarlijk bij bliksem-
inslag omwille van abnormale stijging van elektrisch potentiaal in
de aarding.
Deze unit bevat een inverter en produceert dus ruis, die zal
moeten worden verminderd om interferentie met andere appara-
ten te voorkomen. De externe behuizing van het product kan
een elektrische lading krijgen als gevolg van een elektrische
lekstroom, die via de aarding moet worden afgeleid.
Installeer een aardlekschakelaar. (Eén die bestand is tegen
elektrische ruis met hoge frequenties.)
(Deze
aardlekschakelaar worden gebruikt die geschikt is voor
elektrische ruis met hogere frequenties, om problemen met de
aardlekschakelaar zelf te voorkomen.)
Gebruik aardlekschakelaars die speciaal voor het beveiligen van
aardingsfouten in combinatie met een hoofdschakelaar of
zekering voor gebruik met bedrading.
Deze unit is voorzien van een beveiligingscircuit tegen negatieve
fase. (Als dit circuit is geactiveerd, moet u de bedrading
corrigeren alvorens u de unit opnieuw mag gebruiken.)
van
de
De voedingskabels moeten goed vastgemaakt zijn.
Als de voeding een ontbrekende of verkeerde N-fase heeft, zal
de installatie beschadigd raken.
Zorg ervoor dat alle bedrading goed is aangesloten, dat de
voorgeschreven bedrading werd gebruikt en dat er geen externe
krachten op de klemaansluitingen of bedrading worden
uitgeoefend.
Een verkeerde aansluiting of montage kan een brand
veroorzaken.
Wanneer u de bedrading van de voeding uitvoert en de
bedrading van de afstandsbediening en de transmissie aansluit,
moet u de draden zo leiden dat het deksel van de besturingskast
goed kan worden vastgemaakt.
Als het deksel van de besturingskast niet goed wordt
aangebracht, kan dit leiden tot een elektrische schok, brand of
oververhitting van de aansluitingen.
grotere
afwijking
kan
de
alle
voedingen
uit
vooraleer
unit
bevat
een
inverter,
afbeelding 19
van het
levensduur
van
de
de
bedradings-
m.a.w. er
moet
een
Montagehandleiding
12