6.4
Drukvereffening in het zonne-energiesysteem
uitvoeren
De lucht, die zich in de collectoren bevindt, warmt zich
tijdens de installatie van het volledige zonne-energiesy-
steem op. Dit betekent dat de dichtheid van de lucht in
de collector daalt.
8
7
6
Afb. 6.1 Drukvereffening in het zonne-energiesysteem uitvoeren
Bij het eerste opstarten van het zonne-energiesysteem
verlaat de hete lucht de collector (8) en stroomt in de
duidelijk koelere spiraalbuis (6) van de zonneboiler, waar
de lucht afkoelt. Dit leidt tot een onderdruk in het
systeem.
Omdat een onderdruk in het systeem tot pompgeluiden
kan leiden en het vermogen van de zonne-energiepomp
en vooral de levensduur ervan verkort, is het bij de eer-
ste inbedrijfname absoluut noodzakelijk om een drukver-
effening uit te voeren. Het drinkwater in het onderste
bereik van de boiler moet hierbij koud zijn, d.w.z. de tem-
peratuur aan de onderste boilervoeler Sp2 moet onder
30 °C liggen.
Aanwijzing!
Als de drukvereffening uitgevoerd is, is een her-
haling niet vereist zolang het zonne-energie-
systeem niet geopend wordt!
• Sluit een slang (3) (ca. 1,5 m lang) aan de bovenste
vulaansluiting aan.
• Leid het slangeinde in een voor zonne-energievloeistof
geschikte opvangbak (4). Houd de slang zodanig in de
opvangbak dat de lucht erin kan stromen.
Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
• Dompel het slangeinde niet in de zonne-energievloei-
stof, zodat u tegen eventueel naar buiten komende
hete damp en zonne-energievloeistof beschermd bent.
• Schakel het zonne-energiesysteem in door de stroom-
toevoer aan de netleiding in te schakelen en aan de
regelaar de modus
schijnt, loopt nu de zonne-energiepomp (5) meerdere
minuten lang met maximal toerental.
• Als de zon niet schijnt, moet u aan de zonne-energie-
1
regelaar de l- en de F-toets tegelijk drie sec. lang
indrukken. De zonne-energiepomp loopt dan onafhan-
kelijk van de inschakelverschillen voor de in de rege-
laar ingestelde vultijd van het zonne-energiesysteem
2
in de vulmodus (af fabriek op negen min. ingesteld).
Na het verstrijken van deze tijd hangt het van de
omstandigheden voor de zonne-energielading af of de
3
zonne-energiepomp verder loopt of uitschakelt.
5
4
• Wacht tijdens de vulmodus (aanlopende zonne-ener-
giepomp, af fabriek op negen min. ingesteld) zeven
min. lang en open dan bij een nog altijd lopende
zonne-energiepomp voorzichtig de kraan (2) aan de
bovenste vulaansluiting. Het is mogelijk dat er een
beetje zonne-energievloeistof onder druk uit de slang
komt. Daarna wordt er lucht hoorbaar in het systeem
(7) gezogen.
• Na enkele seconden wordt er geen lucht meer ingezo-
gen. Sluit nu de kraan (2) aan de bovenste vulaanslui-
ting opnieuw.
Inbedrijfname 6
Gevaar!
Als de beluchting van het systeem niet volgens
deze beschrijving uitgevoerd wordt, bestaat het
gevaar voor verbrandingen die door hete damp
of zonne-energievloeistof veroorzaakt worden.
te kiezen. Als de zon voldoende
Aanwijzing!
Bij de eerste inbedrijfname van de installatie
kan het gebeuren dat er zich lucht in/voor de
zonne-energiepomp bevindt. Daarom is het
eventueel nodig om de pomp meerdere keren te
herstarten om de lucht te verdringen. Bij een
lopende pomp kunnen er hierbij geluiden en tril-
lingen ontstaan die echter geen probleem vor-
men.
Als bij een lopende zonne-energiepomp in het
kijkglas (1) van de zonne-energieleiding enkel
nog zonne-energievloeistof zonder luchtbelletjes
in de richting van de collector stroomt, dan
bevindt er zich geen lucht meer in de zonne-
energiepomp.
17
BE nl