• Systeem op dichtheid controleren.
• Alle regel- en bewakingsinrichtingen op werking en
juiste instelling controleren.
6.3
Toestelparameters instellen
Attentie!
Gevaar voor beschadiging van de zonne-energie-
pomp.
Schakel bij de eerste inbedrijfname onmiddellijk
na het eerste inschakelen van de stroomtoevoer
de zonne-energiepomp uit door aan de regelaar
de modus
te kiezen.
Na het instellen van de toestelparameters moet
het zonne-energiesysteem absoluut eerst
belucht worden (zie paragraaf 6.4).
Om de installatie optimaal aan de omstandigheden aan
te passen, kan het nodig zijn om enkele toestelparame-
ters in te stellen. Deze parameters zijn in een bedie-
ningsniveau samengebracht en mogen alleen door een
installateur ingesteld worden.
U bereikt dit bedieningsniveau door de toets program-
mering gedurende ca. 3 sec. ingedrukt te houden.
Daarna kunt u alle toestelparameters na elkaar oproe-
pen door de insteller aan te klikken.
De gewenste waarden kunt u instellen door aan de
insteller te draaien. Met een klik wordt de ingestelde
waarde opgeslagen.
Als u de toets programmering indrukt, springt de weer-
gave terug naar de basisweergave zonder dat de waarde
opgeslagen wordt.
De volgende tabel geeft een overzicht van alle toestelpa-
rameters en de instelling ervan bij levering.
Display
Instelling door aan de insteller te draaien
Kiezen van het hydraulische schema
Bij de VIH SN 250 i moet bij de eerste
inbedrijfname het hydraulische schema 2
gekozen worden
Instelling van de maximale temperatuur boiler
1
Activering van het legionellabacteriebeveili-
gingsprogramma
Tab. 6.1 Toestelparameters
Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP
Instelbereik
1, 2
20 tot 75 °C
0 [Uit], 1 [Dag], 2 [Nacht]
Inbedrijfname 6
Instelling bij levering
1
75 °C
0 [Uit]
15
BE nl