9.2 Programma 2: éénrichtingsverkeer
NL
RUSTSTAND:
Deur openen:
OPEN-commando van buiten of binnen.
Is er een tussenstop geprogrammeerd en het OPEN-commando kwam van binnen, dan
wordt de opening na het bereiken van de eindschakelaar Voor-eindstand OPEN
afgebroken.
Een volgend OPEN-commando van binnenuit laat de opening tot aan het bereiken van
de eindschakelaar OPEN aflopen.
Meer OPEN-commando's tijdens de opening worden niet opgeslagen.
OPENINGSFASE:
Na het OPEN-commando:
Beide rode verkeerslichten zijn ingeschakeld.
De besturing schakelt de aandrijving in de draairichting OPEN.
De veiligheidsvoorziening intrekbeveiliging is actief. Bij bediening van een van beide
intrekfotocellen:
Onmiddellijke stop van de aandrijving.
Weergave AUTOMATISCHE INTREKBEVEILIGING in de display.
Beëindigen van de openingsfase:
Bij bereiken van de eindschakelaar OPEN.
Door het drukken op de DICHT-knop.
Door geprogrammeerde tussenstop
OPENINGSTIJD:
Verkeerslichten:
Beide groene verkeerslichten zijn ingeschakeld.
Beide rode verkeerslichten zijn uitgeschakeld.
Verlengen van de openingstijd:
Bij het passeren van de lichtstraal
Door een volgend OPEN-commando
Beëindigen van de openingsfase:
Door het DICHT-commando, ook als er nog een OPEN-commando is opgeslagen
Na het passeren van de fotocel, als de parameter SNEL-DICHT is geprogrammeerd.
ONTRUIMINGSFASE:
Verkeerslichten:
De rode verkeerslichten knipperen.
Omwisselen naar de openingstijd:
Bij nieuw OPEN-commando.
Bij het passeren van de lichtstraal
20 - CS400 / Rev. 0.3