9.1 Programma 1: Tegenliggers
OPENINGSTIJD:
Verkeerslichten:
Het groene verkeerslicht wordt ingeschakeld aan de zijde waar het OPEN-commando
vandaan komt.
Het tegenoverliggende rode verkeerslicht blijft ingeschakeld.
Verlengen van de openingstijd:
Bij het passeren van de lichtstraal
Door een volgend OPEN-commando van dezelfde zijde.
Een OPEN-commando van de tegenoverliggende zijde wordt opgeslagen en aan het
einde van de openingstijd verwerkt. Ter controle knippert het rode licht aan de
opgeslagen zijde
Beëindigen van de openingsfase:
Door het DICHT-commando, ook als er nog een OPEN-commando is opgeslagen
Na het passeren van de fotocel, als de parameter SNEL-DICHT is geprogrammeerd.
ONTRUIMINGSFASE:
Verkeerslichten:
De rode verkeerslichten knipperen.
Wisselen in de openingstijd:
Door een volgend OPEN-commando van dezelfde zijde.
Bij het passeren van de lichtstraal
Bij een herhaald OPEN-commando van de tegenoverliggende zijde wordt aan het einde
van de ontruimingsfase naar de openingstijd teruggeschakeld, met een overeenkomstige
aansturing van de verkeerslichten.
SLUITFASE
Na het SLUITEN-commando:
Beide rode verkeerslichten zijn ingeschakeld.
De besturing schakelt de aandrijving in de draairichting DICHT.
De veiligheidsvoorzieningen fotocel en veiligheidscontactlijst (elektrische lijst) zijn actief.
Bij activering van de veiligheidsvoorzieningen:
Direct stoppen van de aandrijving met directe omkering.
Bij driemaal afbreken van de sluitfase door de veiligheidscontactlijst:
Het programma blijft in de openingstijd.
Weergave ERROR E-LIJST in de display.
De veiligheidsvoorziening intrekbeveiliging is actief. Bij bediening van een beide
intrekfotocellen:
Onmiddellijke stop van de aandrijving.
Weergave AUTOMATISCHE INTREKBEVEILIGING in de display.
Beëindigen van de sluitfase:
Bij het bereiken van de eindschakelaar DICHT (besturing schakelt in ruststand).
Door het drukken op de OPEN-knop (besturing schakelt in openingsfase).
NL
CS400 / Rev. 0.3 - 19