De printer vervoeren
1. Zet de printer uit.
2. Verwijder de camera uit het basisstation en sluit de klep van het basisstation.
3. Verwijder al het papier uit de in- en uitvoerlade en sluit achtereenvolgens de
uitvoerlade en de invoerlade.
Opmerking
Zorg ervoor dat printer op de juiste wijze wordt uitgeschakeld
voordat u het netsnoer loskoppelt. Op die manier kan de printer de printcartridge
op de juiste manier opbergen.
4. Koppel het netsnoer los.
5. Als de printer is aangesloten op de computer, verwijdert u de USB-kabel uit de
computer.
6. Zorg ervoor dat de printer altijd rechtop wordt vervoerd.
Opmerking
Verwijder de printcartridge niet uit de printer als u de printer
vervoert.
Tip
De printer heeft een handige ingebouwde handgreep waarmee u hem kunt
dragen. Trek de handgreep vanaf de klep van het basisstation naar buiten. Zorg
dat u de printer bij het dragen aan de handgreep niet heen en weer schudt.
Afbeelding 5-3 De handgreep uittrekken
Wanneer u de printer vervoert, moet u de volgende items niet vergeten:
•
Papier
•
Netsnoer
•
Uw compatibele digitale camera
•
Extra inktpatronen (als u van plan bent veel foto's af te drukken)
•
Optionele printeraccessoires die u wilt gaan gebruiken
•
Als u de printer op een computer wilt aansluiten, moet u ook de USB-kabel en de cd
met de HP Photosmart-software meenemen.
Opmerking
Als u de documentatie niet meeneemt, moet u het juiste
printcartridgenummer noteren of voldoende HP-printcartridges meenemen op reis.
De printer vervoeren
29