Installatie- en
bedieningsinstructies appendix
TP.30/06/09.NL
Uitgave 2009 / NL / BE
ENA 5 INSTALLATIE- EN BEDIENINGSINSTRUCTIES APPENDIX
2.3.
Controleren
Het voornaamste doel van de controlefuncties is het snel detecteren van fouten in het systeem en om de
systeemcomponenten in belangrijke mate te beschermen m.b.v. de juiste signalen of door het systeem
automatisch uit te schakelen. Ze zijn met name bedoeld voor het detecteren van lekkages in een vroeg
stadium en om dergelijke voorvallen te beperken.
2.3.1.
Navulhoeveelheid (controleren)
De gebruiker kan vrij parameters voor de navulhoeveelheid instellen. Wanneer niet aan de hieronder
beschreven omstandigheden wordt voldaan, geeft het systeem een fout aan; het foutcontact opent tot de
fout handmatig is bevestigd.
● De actuele looptijd mag de maximum tijd per cyclus niet overschrijden.
● De minimum interval tussen twee cycli (pauze) mag niet korter zijn dan de geprogrammeerde tijd.
● Het maximum aantal cycli per tijdvenster mag het in het looptijdvenster geprogrammeerde aantal (bijv.
niet meer dan 3 cycli gedurende de afgelopen 8 uur) niet overschrijden.
Als een literteller (IWM) is aangesloten en ingeschakeld, kan de gebruiker de maximum vulhoeveelheid per
cyclus in plaats van de maximum vultijd per cyclus controleren.
2.3.2.
Druk controleren
De maximum toelaatbare druk en niveau mogen niet worden overschreden. Daarom worden afwijkingen
van de normale druk gesignaleerd.
Druk
Vulcommando UIT
Vulcommando AAN
0 bar
2.3.3.
Hoeveelheid te behandelen water controleren
Wanneer een waterbehandelingsmodule is geïnstalleerd en de puls watermeter is ingeschakeld , kan de
hoeveelheid nog te behandelen water rechtsonder in het verwerkingsmenu worden afgelezen. D.w.z.: als
de hoeveelheid nog te behandelen water correct is ingevoerd in het parametermenu 'Waterbehandeling
vóór het in bedrijf stellen'. Als de hoeveelheid nul liter is, wordt de verzamelstoormelding geïnitieerd (indien
geactiveerd) en er wordt een foutbericht weergegeven. Negatieve waarden betekenen dat de toegestane
hoeveelheid behandeld water (capaciteit) in liter is overschreden. De ENA 5 blijft in een dergelijk geval
werken.
Opmerking met betrekking tot het aantal cycli in de ontgassingsmodus
Door de ontgassingstijden te veranderen (stationaire fase, duur van de pauze, normale ontgassing evenals
de duur van de snelle ontgassing), en derhalve het aantal cycli per dag, zorg er dan voor dat de tijden
zodanig worden ingesteld dat onnodige slijtage wordt uitgesloten. Stel niet meer dan 25 cycli per dag in bij
een gemiddeld gebruik van het systeem. Het totale aantal cycli wordt geregistreerd in het servicemenu.
Bovenste druklimiet
(werkdrukbereik)
Uitschakeldruk vulfunctie
Inschakeldruk vulfunctie
Onderste druklimiet
(werkdrukbereik)
● 'Vulcommando AAN' valt binnen
de limieten van het werkdrukbereik
en de parameters kunnen worden
ingesteld tussen 1,0 en 2,4 bar.
● 'Vulcommando UIT' valt binnen de
limieten van het werkdrukbereik
en de parameters kunnen worden
ingesteld tussen 1,1 en 2,5 bar.
De standaard waarden voor pMIN
en pMAX zijn 0,9 en 2,6 bar. De
gebruiker kan deze waarden niet
wijzigen.
5