Handmatig beperkt heffen door middel van de drie
lifthendels is altijd mogelijk onafhankelijk van de stand
van de automatische schakelaar.
Figuur 43
Om de maaidekken omhoog te bewegen naar de
stand beperkt heffen: druk de schakelaars eventjes
omhoog.
De cilinderaandrijving wordt onmiddellijk uitgeschakeld
en de opwaartse beweging van de maaidekken wordt
gestopt, ongeveer 150 mm boven de grond.
Dit werkt als de maaidekken neergelaten en in werking
zijn.
De functie automatisch beperkt heffen in achteruit
zorgt ervoor dat de maaidekken bij het achteruitrijden
automatisch omhoog komen naar de beperkt geheven
stand. Ze keren terug naar de zwevende stand als u weer
vooruitrijdt. Hierbij blijven de maaicilinders draaien.
De aandrijving van de
maaidekken inschakelen
1. Vooruit
2. Uit
De maaiaandrijving kan uitsluitend worden
ingeschakeld als de bestuurder goed op de stoel zit, zie
Stoelschakelaar bestuurderaanwezigheid (bladz. 48).
Maaiaandrijving voor vooruit draaien
inschakelen:Druk de bovenkant van de schakelaar van
de maaiaandrijving in de stand Vooruit.
Maaiaandrijving voor achteruit draaien
inschakelen:Druk de onderkant van de schakelaar van
de maaiaandrijving in de stand Achteruit.
De maaiaandrijving volledig uitschakelen:Zet de
schakelaar in de middelste stand.
g014433
De maaidekken laten zakken:De schakelaar van
de maaiaandrijving moet vooruit staan. Breng de
lifthendel(s) naar beneden. De cilinder zal in werking
treden wanneer de maaidekken zich ongeveer 150 mm
boven de grond bevinden.
De maaicilinders
schoonmaken
WAARSCHUWING
Probeer nooit om de maaicilinders met de hand
te draaien.
• Er kan restdruk in het hydraulische systeem
zijn dat letsel kan veroorzaken bij een plotse
beweging van de cilinder(s) als de obstructie
verdwijnt.
• Draag altijd beschermende handschoenen en
gebruik een geschikt houten instrument.
• Zorg ervoor dat het houten instrument tussen
de messen en door de cilinder kan en lang
genoeg is om als hefboom te dienen om de
blokkade te verwijderen.
30
1
2
3
G014434
Figuur 44
3. Achteruit