Waarschuwingssystemen
Waarschuwingslampje oververhitting
koelvloeistof
Het waarschuwingslampje van de koelvloeistof gaat
branden, de signaaltoon klinkt en de maaidekken
stoppen (Figuur 15).
1
Figuur 15
1. Waarschuwingslampje oververhitting motorkoelvloeistof
Waarschuwingslampje oververhitting
hydraulische olie
Het waarschuwingslampje gaat branden en de
signaaltoon klinkt als de temperatuur van de hydraulische
vloeistof in het reservoir boven 95 °C stijgt (Figuur 16).
1
Figuur 16
1. Waarschuwingslampje oververhitting hydraulische olie
Waarschuwingslampje lage
accuspanning
Het waarschuwingslampje voor de accuspanning gaat
branden bij een lage accuspanning (Figuur 17).
G014551
G014552
1
1. Waarschuwingslampje lage accuspanning
Waarschuwingslampje lage
motoroliedruk
Het waarschuwingslampje voor de druk van de motorolie
gaat branden als de oliedruk te laag is (Figuur 18).
1
1. Waarschuwingslampje lage motoroliedruk
Uitschakelen maaicilinders
De maaicilinders worden uitgeschakeld wanneer de
bedrijfstemperatuur 115 °C bereikt.
Claxon
Druk op de claxonknop voor een geluidssignaal
(Figuur 19).
Belangrijk: De claxon treedt automatisch in
werking bij een te hoge temperatuur van de
motorkoelvloeistof of de hydraulische vloeistof.
STOP direct de motor en herstel de machine
alvorens de motor opnieuw te starten.
1
1. Claxon
18
G014553
Figuur 17
G014554
Figuur 18
G014555
Figuur 19