Contactsleuteltje
0 = Motor uit.
I = Motor/hulpapparatuur aan.
II = Motor voorverwarmen.
III = Motor starten.
WAARSCHUWING
Verwijder altijd het contactsleuteltje als de
maaimachine niet wordt gebruikt.
Belangrijk: Plaats altijd de beschermkap als het
contactsleuteltje is verwijderd om te voorkomen
dat binnendringend vuil of vocht het mechanisme
beschadigt.
1
Figuur 20
1. Contactschakelaar
Indicatielampje voorverwarmen motor
Draai het contactsleuteltje op II. Het indicatorlampje
voor het voorverwarmen van de motor gaat branden en
de gloeibougies worden opgewarmd (Figuur 21).
Belangrijk: Een koude motor starten zonder
voorverwarming kan onnodig slijtage van de accu
veroorzaken.
Figuur 21
1. Indicatielampje voorverwarmen motor
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft aan hoeveel brandstof er in de
tank zit (Figuur 22).
I
II
III
G014556
1
G014557
Urenteller
De urenteller geeft aan hoeveel uren de machine in totaal
in bedrijf is geweest (Figuur 23).
1
1. Urenteller
Indicatielampje transmissie in vrijstand
Gaat branden als het rijpedaal in de vrijstand staat en het
contactsleuteltje op I is gedraaid (Figuur 24).
Opmerking: Het indicatielampje Transmissie in
vrijstand gaat pas branden als de handrem in werking
is gesteld.
1. Indicatielampje transmissie in vrijstand
Indicatielampje maaiaandrijving
Gaat branden als de schakelaar van de maaiaandrijving
op 'vooruit/achteruit' staat en het contactsleuteltje op
I is gedraaid (Figuur 25).
19
FUEL
E
F
G014558
Figuur 22
000.0
Figuur 23
1
G0014560
Figuur 24
G014559