Een functie toewijzen aan een extern pedaal
U kunt een functie toewijzen aan een voetschakelaar die (apart verkrijgbaar: FS-5U, FS-5L, FS-6,
FS-7) of een expressiepedaal dat (apart verkrijgbaar: EV-30, Roland EV-5 enzovoort) is aangesloten
op de CTL 1, 2/EXP-aansluiting.
1
Druk op de [EDIT]-knop.
Gebruik de [ H ] [ I ]-knoppen om "CONTROL" te selecteren en druk
2
vervolgens op de [EDIT]-knop.
Gebruik de [ H ] [ I ]-knoppen om een parameter te selecteren en
3
gebruik de [RATE/VALUE]-regelaar om de waarde te bewerken.
Parameter
CTL 1/2 FUNC
EXP FUNC
TRG MIN
TRG MAX
CTL 1/2 PREF
EXP PREF
CTL1 FUNC- en CTL2 FUNC-instellingen
Waarde
OFF
TAP
RESET
MOMENT
BANK UP
BANK DOWN
EXP FUNC-instellingen
Waarde
OFF
RATE
DEPTH
E.LEVEL
PARAM1/2
4
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het bovenste scherm.
Waarde
Beschrijving
Geeft de functie aan van een voetschakelaar die is aangesloten op de CTL 1, 2/EXP-aansluiting.
Geeft de functie aan van een expressiepedaal dat is aangesloten op de CTL 1, 2/EXP-aansluiting.
Geeft de minimumwaarde (MIN) en de maximumwaarde (MAX) aan van de parameter die wordt bediend
door het expressiepedaal. De waarden zijn afhankelijk van de parameter die is toegewezen in EXP FUNC.
PATCH
U kunt verschillende instellingen maken voor elke patch.
SYSTEM
Dezelfde instellingen worden gedeeld door alle patches.
Beschrijving
Geen toewijzing.
Hiermee kunt u de modulatiesnelheid opgeven door het ritme te tikken (tap input).
Door op het pedaal te drukken, keert de LFO-fase terug naar de INIT PHASE-waarde (p. 10).
Stuurt het effectgeluid alleen uit wanneer u de schakelaar ingedrukt houdt.
Wijzigt de bank.
Beschrijving
Er is geen functie toegewezen. Selecteer dit als u de ASSIGN1–8-instelling gebruikt (p. 18).
Regelt de frequentie waarmee het effectgeluid wordt gemoduleerd.
Regelt de diepte waarop het effectgeluid wordt gemoduleerd.
Wijzigt het volume van het effectgeluid.
Regelt de parameters die zijn toegewezen aan de [PARAM 1]-regelaar en de [PARAM 2]-regelaar.
25