Lijst met parameters
Parameter
PATTERN FILTER
RATE
BPM
NOTE
PATTERN
STEP NUMBER
FILTER MODE
RESONANCE
TRANSITION
STEP1–STEP24 FREQ (*1)
*1: Wordt weergegeven als PATTERN "USER" is
SLICER
Parameter
RATE
BPM
NOTE
PATTERN
FX TYPE (*1)
STEP NUMBER (*1)
STEP1–STEP24 LENGTH (*1) 0–100
STEP1–STEP24 LEVEL (*1)
STEP1–STEP24 BAND (*1)
STEP1–STEP24 EFFECT (*1)
ATTACK
DUTY (*2)
OUTPUT MODE
*1: Wordt weergegeven als PATTERN "USER" is
*2: Niet beschikbaar als PATTERN is ingesteld op "USER".
16
Waarde
Beschrijving
0,01–20,00 Hz
Regelt de frequentie van het filter.
Geeft het tempo aan.
6,0–600,0
Het bereik van deze instelling is afhankelijk van de waarde voor RATE of NOTE.
Regelt de frequentie van het filter, aangegeven als een nootwaarde in
` – Œ
verhouding tot BPM.
Selecteert het patroon.
PAT1–PAT10, USER
PAT1–10: Selecteert een vooraf ingesteld patroon.
USER: Hiermee kunt u een origineel patroon maken.
8, 12, 16, 24
Selecteert het aantal stappen waarin het geluid wordt verdeeld.
Selecteert de filtermodus.
LPF
Low Pass Filter. Laat alleen de lage tonen door.
HPF
High Pass Filter. Laat alleen de hoge tonen door.
BPF
Band Pass Filter. Laat alleen de tonen van een bepaald frequentiebereik door.
0–100
Regelt de resonantie.
0–100
Regelt de tijd (vloeiendheid) van de overgang tussen stappen.
0–100
Regelt de frequentie van elke stap.
Waarde
Beschrijving
0,01–20,00 Hz
Regelt de frequentie waarmee het geluid wordt afgekapt.
Geeft het tempo aan.
6,0–600,0
Het bereik van deze instelling is afhankelijk van de waarde voor RATE of NOTE.
Regelt de frequentie waarop het geluid wordt afgekapt, aangegeven als een
` – Œ
nootwaarde in verhouding tot BPM.
Selecteert het slicerpatroon waarop het geluid wordt afgekapt.
P1–30, H1–H20, USER
P1–30, H1–H20: Selecteert een vooraf ingesteld patroon.
USER: Hiermee kunt u een origineel patroon maken.
Selecteert het type effect.
OFF
Effect uitgeschakeld
PITCH
Toonhoogtewijziging
FLANGER
Flanger
PHASER
Phaser
SWEEP
Sweep-filter
FILTER
Filter
RING
Ringmodulator
Selecteert het aantal stappen dat als een patroon wordt afgespeeld.
8, 12, 16, 24
Als dit bijvoorbeeld op "8" staat, wordt één maat gelijk verdeeld in acht
afspeelstappen.
Regelt de lengte (duur) van elke stap.
0: U hoort geen geluid.
1–99: U hoort het geluid gedurende de hier aangegeven duur.
100: Het geluid wordt verbonden met de volgende stap.
0–100
Regelt het volume van elke stap.
Geeft aan hoe de bandbreedte van elke stap wordt beperkt.
THRU: De bandbreedte wordt niet beperkt.
THRU, BAND1–BAND6
BAND1–BAND6: Hoe smaller de waarde, hoe groter de bandbreedte die kan
passeren.
Regelt het volume van het effectgeluid voor elke stap.
0–100
Als FX TYPE is ingesteld op "PITCH", wordt hiermee de toonhoogte geregeld
(-12–+12).
0–100
Regelt het volume van de aanslagen voor het slicerpatroon.
1–99
Regelt de duur van het geluid voor het slicerpatroon.
MONO, FIXED, RANDOM,
Selecteert hoe de uitvoer gebeurt.
PngPong, AUTO