CLASSIC-VIBE
Parameter
Waarde
Selecteert het type uitvoer.
TYPE
CHORUS
VIBRATO
RATE
0,01–20,00 Hz
BPM
6,0–600,0
` – Œ
NOTE
DEPTH
0–100
VIBRATO
Parameter
Waarde
Selecteert het type vibrato.
TYPE
PRIME
SCANNER
PRIME
RATE
0,01–20,00 Hz
BPM
6,0–600,0
` – Œ
NOTE
DEPTH
0–100
COLOR
0–100
TRIGGER
OFF, ON
RISE TIME
0–100
ENVELOPE SENS
0–100
WAVEFORM
1–10
INPUT SENS
0–100
SCANNER
SCAN SPEED
0,01–20,00 Hz
BPM
6,0–600,0
` – Œ
NOTE
Selecteert de SCANNER-modus.
V1–V3
MODE
C1–C3
Beschrijving
Het directe geluid en het effectgeluid worden gemengd en uitgevoerd.
Alleen het effectgeluid wordt uitgevoerd.
Regelt de frequentie waarop het effect wordt toegepast.
Geeft het tempo aan.
Het bereik van deze instelling is afhankelijk van de waarde voor RATE of NOTE.
Regelt de frequentie waarop het effect wordt toegepast, aangegeven als een
nootwaarde in verhouding tot BPM.
Regelt de diepte waarop het effect wordt toegepast.
Beschrijving
Een vibrato die uniek is voor de MD-500. U beschikt over een breed scala aan
mogelijke instellingen.
Bootst de scanner vibrato van een toonwielorgel na.
Regelt de frequentie van de vibrato.
Geeft het tempo aan.
Het bereik van deze instelling is afhankelijk van de waarde voor RATE of NOTE.
Regelt de frequentie van de vibrato, aangegeven als een nootwaarde in
verhouding tot BPM.
Regelt de diepte waarop de vibrato wordt toegepast.
Hogere waarden produceren een meer complexe modulatie.
Schakelt de vibrato in en uit.
Geeft de tijd aan vanaf wanneer de trigger wordt ingeschakeld totdat het
aangegeven vibrato-effect wordt verkregen.
Regelt hoelang het duurt voordat de vibratodiepte het maximum heeft bereikt
volgens de invoer.
Selecteert het type golf.
De vibratodiepte verandert afhankelijk van de invoer. Als dit is ingesteld op "0",
wordt vibrato toegepast op een vastgelegde diepte, ongeacht de invoer. Bij
hogere waarden wordt er minder vibrato toegepast voor een luidere invoer.
Regelt de snelheid van de vibrato.
Geeft het tempo aan.
Het bereik van deze instelling is afhankelijk van de waarde voor SCAN SPEED of
NOTE.
Regelt de snelheid van de vibrato, aangegeven als een nootwaarde in
verhouding tot BPM.
Past vibrato toe. Hogere waarden produceren een dieper effect.
Past chorus toe. Hogere waarden produceren een dieper effect.
Mengt het effectgeluid met het directe geluid en voegt diepte toe aan het geluid.
Lijst met parameters
13