.
De gebruiker met de rolstoel voor de THERA-Trainer verto positioneren.
Afhankelijk van de kniebreedte de passende kniepadgrootte (smal, normaal,
breed) kiezen.
De hoogte instellen:
De stervormige hendel 1 op de eerste verticale buis loszetten.
De hoogte met behulp van de markering 2 instellen.
De stervormige hendel op de verticale buis vastdraaien.
De hoogte op de tweede verticale buis instellen.
Ervoor zorgen dat de hoogte op de linkse en rechtse verticale buis even hoog
is ingesteld.
De diepte instellen:
De kniepads in de diepte individueel instellen om de gewenste buiging, resp.
strekking van het kniegewricht te bereiken.
De vergrendelpennen 3 van de kniepads uittrekken.
De kniepads in de gewenste positie (6 vooraf vastgelegde posities) brengen.
De vergrendelpen loslaten.
Ervoor zorgen dat de vergrendelpen hoorbaar vastklikt.
De afstand instellen:
De kniepads op de afstand van de spreidstand van de benen instellen.
De stervormige hendels 5 aan de onderkant van de kniepads loszetten.
De afstand van de kniepads individueel op de behoeften van de gebruiker
instellen.
De stervormige hendel vastdraaien.
Ervoor zorgen dat de afstand op de linkse en rechtse kniepad hetzelfde is
ingesteld.
De afzonderlijke kniepads verwijderen:
De kniepads verwijderen voordat de gebruiker in de THERA-Trainer verto
staat.
De vergrendelpen 3 van de kniepad uittrekken.
De kniepad uit de opname-eenheid 4 trekken.
Ervoor zorgen dat de gebruiker veilig en zelfstandig kan staan in rechte positie.
Nooit de beide kniepads tegelijkertijd verwijderen.
Art.nr.: A002-536
Versie: 04/2013
THERA-TRAINER VERTO
GEBRUIKSAANWIJZING
15