Inhoudsopgave
Advertenties
Err 171: Configuratie werd niet gevonden voor apparaat
De interne gegevensoverdracht van het apparaat is onderbroken. De optionele functies kunnen
niet gebruikt worden. Zet de machine uit, ontkoppel het laspistool en start de machine opnieuw.
Als een foutcode niet op het scherm verschijnt ligt de fout in het laspistool. De onderhoudsdienst
inlichten als de foutcode niet verdwijnt.
Err 172: Een verkeerde configuratiecode werd ingevoerd
Deze foutcode verschijnt nadat de licentiecode is ingevoerd. De licentiecode is incorrect of er is een
fout opgetreden bij het invoeren van de code. Controleer of de licentiecode overeenstemt met het
serienummer en voer de code opnieuw in
Err 201: Toepassing van PMT pistool is uitgeschakeld
U probeert het PMT laspistool te gebruiken maar de noodzakelijke instellingen zijn niet ingevoerd
via het bedieningspaneel van het apparaat. Indien gewenst, selecteer 'PMT gun' in het SETUP menu
van het bedieningspaneel. Deze fout kan ook optreden bij andere pistolen als de trekkercontacten
slecht of vuil zijn.
Err 221: Twee draadaanvoerunits hebben hetzelfde apparaatadres.
Twee draadaanvoerunits hebben hetzelfde apparaatadres. Definieer verschillende adressen voor
de apparaten als volgt:
1. Druk op een toets op een van beide bedieningspanelen (NIET de ESC-toets). "Add"
(Apparaatadres) wordt afgebeeld.
2. Wijzig het apparaatadres d.m.v. de rechter bedieningsknop.
3. Ga terug naar normale status door weer een toets op het bedieningspaneel in te drukken.
De machines keren binnen 15 seconden in de normale status terug.
Andere foutcodes:
Het apparaat kan codes melden die hier niet genoemd zijn. Als er een niet-vermelde code gemeld
wordt, neem dan contact op met een geautoriseerd Kemppi dealer en noem de betreffende code.
6.
ONDERHOUD EN STORINGEN
De mate van gebruik maar ook vooral de omgevings- en bedrijfsomstandigheden zijn bepalend
voor de frequentie van het onderhoud. Zorgvuldig gebruik en preventief onderhoud dragen zorg
voor probleemloos functioneren van de apparatuur.
De volgende onderhoudspunten moeten minstens elke zes maanden geschieden.
Controleer:
– Slijtage van de groeven van de aandrijfrollen. Te veel slijtage van de groeven zorgt voor
problemen met de draadaanvoer.
– Slijtage van de draadgeleidingspijp van de draadaanvoer Erg versleten aandrijfrollen en
draaddoorvoerpijpjes moetenvervangen worden.
– Het draadaanvoerpijpje moet zo dicht mogelijk op de aandrijfrollen gezet worden, maar mag
deze niet aanraken en de draad moet een rechte lijn volgen vanaf het einde van het pijpje tot
aan de groef van de aandrijfrollen.
NL
– Haspelrem instelling
– Elektrische aansluitingen
* Geoxideerde koppelingen moeten schoongemaakt worden.
* Losse koppelingen moeten vervangen worden.
Verwijder stof en vuil van en uit de apparatuur.
LET OP!
Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een luchtcompressor, bescherm dan altijd de
ogen met geschikte oogbescherming.
24
Advertenties
Inhoudsopgave
