Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Richtlijnen Voor Het Installeren Van De Opvoerinstallatie - Grundfos Multilift M Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor Multilift M:
Inhoudsopgave

Advertenties

7.2 Richtlijnen voor het installeren van de
opvoerinstallatie
De richtlijnen voor de correcte mechanische opstel-
ling van de opvoerinstallatie zijn conform EN
12056-4.
Zie paragraaf
7.1.1
Installatietekening.
Installeer de opvoerinstallatie in een voldoende
verlichte en geventileerde ruimte met 60 cm vrije
ruimte rondom alle onderdelen die geserviced en
bediend moeten worden.
Zorg voor een pompput onder vloerniveau. Als
een opvoerinstallatie geïnstalleerd wordt in een
kelder met risico op binnendringend grondwater,
dan is het raadzaam (in sommige landen ver-
plicht) om een drainagepomp in een aparte
pompput onder vloerniveau te plaatsen om de
ruimte leeg te pompen.
Zie afb. 15.
De opvangtank, pomp en kabels mogen
worden overstroomd (max. 2 m gedurende
N.B.
7 dagen).
De regelaar moet in een droge en goed
Voorzichtig
geventileerde ruimte worden geplaatst.
Alle leidingaansluitingen moeten flexibel zijn om
resonantie te verminderen.
Opvoerinstallaties moeten worden beveiligd
tegen opwaartse krachten en verdraaiingen.
Alle persleidingen van de opvoerinstallatie, mem-
braanpomp en drainagepomp moeten een lus
boven het plaatselijke terugstroomniveau heb-
ben. Het hoogste punt van de lus/het waterslot
moet boven straatniveau liggen. Zie afb. 15.
Installeer een afsluitklep in de persleiding voor
persleidingen van DN 80 en meer. Breng ook een
afsluitklep in de instroomleiding aan.
Oppervlaktewater mag niet worden afgevoerd
met de opvoerinstallatie binnen in het gebouw.
Het dient een eigen pompput buiten het gebouw
te hebben.
Opvoerinstallaties moeten voorzien zijn van een
goedgekeurde terugslagklep conform EN
12050-4.
Het volume van de persleiding boven de terug-
slagklep tot aan het terugstroomniveau moet klei-
ner zijn dan de effectieve tankinhoud.
In het algemeen moet een opvoerinstallatie voor
zwart afvalwater boven dakniveau worden ont-
lucht. Toegestaan is echter om de ventilatie, als
een secundaire ventilatie, naar het belangrijkste
ventilatiesysteem van het gebouw te leiden. Spe-
ciale ontluchtingskleppen (toebehoren) dienen
buiten het gebouw te worden geplaatst.
Als het afvalwater wordt afgevoerd in een verza-
melleiding, dan moet deze verzamelleiding een
vulratio hebben van ten minste h/d = 0,7. De ver-
zamelleiding moet ten minste één nominale dia-
meter groter zijn na de aansluiting van de perslei-
ding.
28
De regelaar moet worden geplaatst op een over-
stromingsveilige plaats en zijn voorzien van een
alarm.
Gebruik een membraanpomp voor eenvoudige,
handmatige lediging van de opvangtank in geval
van pompstoring
(niet verplicht).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave