1.4. Eisen cv-systeem
De leidingen en appendages moeten zijn uitgevoerd in koper of
●
ander gelijkwaardig non-ferromateriaal.
De leidingen hebben een minimale diameter van Ø22 mm.
●
Houdt rekening met de invloed van de leidingweerstand en
gewenste ontwerpflow van de installatie, op de beschikbare
opvoerhoogte van de cv-pomp.
Afwijkingen op toegepaste materialen zijn alleen toegestaan in
●
renovatie situaties en in overleg met Itho Daalderop, op
voorwaarde dat in verband met corrosie voorzorgsmaatregelen
worden toegepast (zoals bijvoorbeeld het toepassen van een
vuilfilter).
Het verwarmingssysteem moet lekvrij en zuurstofdicht zijn.
●
Kunststof leidingen moeten diffusiedicht zijn:
●
-
Zuurstofdoorlaatbaarheid lager dan 0,1 g/m
4726/4729).
Het systeem moet met schoon water worden gevuld.
●
WATERKWALITEIT
Zuurgraad (pH)
7–8,5
IJzergehalte (Fe)
‹ 0,2 mg/l
Chloorgehalte (Cl)
‹ 150 mg/l
Geleidbaarheid
‹ 125 mS/m
3-12 °dH / 5-22 °fH /
Hardheid
0,53-2,14 mmol/l CaCO
Chemische toevoegingen
Niet toegestaan
1) Indien toevoegingen, zoals inhibitors, toch gewenst zijn, mogen die alleen
met toestemming van Itho Daalderop worden toegepast.
Het vulpunt van het cv-systeem moet beveiligd worden met een
●
terugstroombeveiliging wanneer gevuld via de
drinkwaterleiding.
De toe te passen terugstroombeveiliging is afhankelijk van:
●
-
de omvang van de verwarmingsinstallatie.
-
de vloeistofklasse van het verwarmingswater.
3
bij 40°C (DIN
3
(1)
1.5. Eisen bronsysteem
Opmerking
De warmtepomp WPU 5G-COE is ontwikkeld om een hoog
temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van de bron te
realiseren.
Het aanvoerdebiet vanuit het collectieve bronsysteem kan laag
zijn en wordt geregeld middels een interne drukonafhankelijke
regelafsluiter.
Dit maakt de warmtepompen bijvoorbeeld geschikt voor
restwarmtesystemen met een hoge aanvoertemperatuur naar
de warmtepomp en een lage gewenste retourtemperatuur.
De warmtepomp wordt aangesloten op een collectief
●
bodemenergiesysteem dat is voorzien van een eigen bronpomp.
Het bodemenergiesysteem moet voldoen aan de nationale en
●
lokale wetten en voorschriften.
De leidingen en appendages worden uitgevoerd in koper of
●
ander gelijkwaardig non-ferromateriaal.
De leidingen hebben een minimale diameter van Ø28 mm.
●
Houdt rekening met de invloed van de leidingweerstand en
gewenste ontwerpflow van de installatie op het beschikbare
drukverschil over de warmtepomp .
Afwijkingen op toegepaste materialen zijn alleen toegestaan in
●
overleg met Itho Daalderop, op voorwaarde dat in verband met
corrosie voorzorgsmaatregelen worden toegepast (zoals
bijvoorbeeld het toepassen van een vuilfilter).
Het systeem moet met schoon water worden gevuld.
●
WATERKWALITEIT
Zuurgraad (pH)
7–8,5
IJzergehalte (Fe)
‹ 0,2 mg/l
Chloorgehalte (Cl)
‹ 150 mg/l
Geleidbaarheid
‹ 125 mS/m
3-12 °dH / 5-22 °fH /
Hardheid
0,53-2,14 mmol/l CaCO
Chemische toevoegingen
Niet toegestaan
Het vulpunt van het bronsysteem moet beveiligd worden met
●
een terugstroombeveiliging wanneer gevuld via de
drinkwaterleiding.
De toe te passen terugstroombeveiliging is afhankelijk van:
●
-
de omvang van de verwarmingsinstallatie.
-
de vloeistofklasse van het verwarmingswater.
3
7