5.3. Elektrische aansluitingen
ä
Waarschuwing!
Indien het netsnoer beschadigd is, moet deze worden vervangen
voordat men het toestel aansluit op een geaarde
wandcontactdoos.
ä
Let op!
Gebruik bij het aansluiten van de externe componenten de
originele bekabeling. Indien dit niet mogelijk is gebruik dan
bekabeling met een massieve kern of bekabeling met een kern
bestaande uit meerdere losse draden, voorzien van
adereindhulzen. Maak hierbij gebruik van bekabeling van
minimaal 0,75 mm² (min. Kwaliteit H05VV-F).
2
1
Aansluiting regelprint
2
Antenne-aansluiting monitoring IoT (optie)
3
Antenne-aansluiting monitoring RF+ (optie)
4
Voedingsaansluiting warmtepomp
5
Kabeldoorvoer externe componenten
ä
Let op!
Steek de stekker nog NIET in de wandcontactdoos.
Doe dat pas als dit uitdrukkelijk wordt gevraagd tijdens de
ingebruikname.
42
1
5
3
4
5.3.1. Optie: Monitoring
De warmtepomp is standaard voorbereid voor Itho Daalderop
Monitoring.
RF+
IoT
RF+ Communicatie
Data wordt draadloos naar een centrale gateway verzonden. Deze
gateway verstuurt de data vervolgens via een internetverbinding
naar een server van Itho Daalderop.
IoT Communicatie
Data wordt via een mobiele netwerkverbinding naar een server van
Itho Daalderop verzonden.
a) Sluit de meegeleverde antenne(s) aan op de connector(en) van
het toegepaste communicatieprotocol.
ä
Let op!
Indien de warmtepomp in de onderomkasting is geplaatst, is het
noodzakelijk om de antenne aan de buitenzijde van de
onderomkasting te monteren. Hierdoor worden
verbindingsproblemen sterk verminderd.
b) Steek de antenne door de linkse of rechtse doorvoer van de
onderomkasting en bevestig de antenne magnetisch op het vat
of de onderomkasting.
≥20 cm
LET OP! Minimale afstand tussen 2 antennes.