A1 19
Cv-druk te laag.
De warmtepomp functioneert niet tot de cv-druk is hersteld.
Oorzaak
a) De waterdruk van het cv-systeem is te laag.
A1 20
Cv-druk te laag.
De warmtepomp blijft functioneren.
Oorzaak
a) De waterdruk van het cv-systeem is te laag.
A1 21
Compressor fout.
Oorzaak
a) De startstroom compressor is te hoog.
b) De temperatuurbeveiliging compressor
functioneert niet goed of is defect.
A1 22
Fasevolgorde wandcontactdoos fout.
Oorzaak
a) De fasevolgorde in de wandcontactdoos is
niet rechtsdraaiend op warmtepomp.
Oplossing
Vul het cv-systeem bij en controleer op
●
waterlekkage. De druk van het cv-systeem
moet tussen de 1,5 en 2 bar liggen.
Oplossing
Vul het cv-systeem bij en controleer op
●
waterlekkage. De druk van het cv-systeem
moet tussen de 1,5 en 2 bar liggen.
Oplossing
Controleer en vervang indien nodig de
●
temperatuurbeveiliging compressor.
Wanneer aanwezig, controleer en vervang
●
indien nodig de magneetschakelaar
(compressorrelais).
Wacht tot de compressor is afgekoeld, reset
●
de warmtepomp en controleer de maximale
condensatiedruk tijdens bedrijf.
Controleer de bekabeling en/of de
●
connectoren van de temperatuurbeveiliging
compressor.
Controleer en vervang indien nodig de
●
temperatuurbeveiliging compressor.
Oplossing
Wissel de fase L2 en L3 om in de
●
wandcontactdoos.
67