Aansluiten van
De aansluitklemmen aan DC-zijde zijn geschikt voor het aansluiten van enkel-
aluminium ka-
draads ronde aluminium kabels. Op basis van de reactie van aluminium met lucht
bels
tot een resistente, niet-geleidende oxidelaag moet bij het aansluiten van alumini-
um kabels rekening worden gehouden met de volgende punten:
-
-
BELANGRIJK! Bij het gebruik van aluminium kabels altijd de informatie van de
kabelfabrikant in acht nemen.
BELANGRIJK! Houd bij het interpreteren van kabeldoorsneden rekening met de
lokale bepalingen.
Aansluitvoorwaarden:
1
BELANGRIJK! Geen borstel, vijl of schuurpapier gebruiken; hierdoor blijven er
aluminium deeltjes achter die op andere kabels terecht kunnen komen.
2
3
BELANGRIJK! Herhaal deze procedure als u de kabel loshaalt van de klem en
vervolgens weer wilt aansluiten.
30
min. 70 °C / 167 °F
D > 6 mm
15 mm
70 mm
D1
D1
D1
D2
D3
gereduceerde gemeten stroom voor aluminium kabels
de hierna vermelde aansluitvoorwaarden
De oxidelaag zorgvuldig van het geïsoleerde uiteinde van de kabel schrapen,
bijvoorbeeld met een mes
Na het verwijderen van de oxidelaag het uiteinde van de kabel met neutraal
vet insmeren, bijvoorbeeld zuur- en alkalivrije vaseline
Het uiteinde van de kabel direct op de klem aansluiten
Bij dubbel geïsoleerde DC-aansluitka-
bels met een kabeldiameter van meer
dan 6 mm moet de buitenste huls 70
mm verwijderd worden om de kabel op
de DC-klem aan te kunnen sluiten.
BELANGRIJK! Om een effectieve
trekontlasting van de solarmodule-
strings te waarborgen, uitsluitend even
grote kabeldoorsneden toepassen.
D1