6. Bedradingsschema
7. In bedrijf stellen
Voorafgaand aan het in bedrijf stellen
•
Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluitingen juist zijn uitgevoerd.
•
Controleer het product en de accessoires op schade.
•
Zorg ervoor dat de veiligheidsvoorzieningen juist geïnstalleerd zijn.
•
Zorg ervoor dat de luchtaanvoer en -afvoer niet geblokkeerd zijn.
•
Zorg ervoor dat installatiemateriaal en ongewenste voorwerpen uit en van het product en de
kanalen verwijderd zijn.
Het inbedrijfstellen
1.
Zet de geïnstalleerde veiligheidsschakelaar in de 'OFF'- positie.
2.
Verwijder indien nodig onderdelen van het product.
3.
Draai de ventilatorwaaier met de hand om te controleren dat deze vrij draait. Zorg ervoor de
waaier in de aangegeven richting te draaien.
4.
Als u onderdelen hebt verwijderd om de waaier te kunnen draaien dienen deze opnieuw
aangebracht te worden.
5.
Zet de geïnstalleerde veiligheidsschakelaar in de 'ON'- positie.
6.
Start het product.
7.
Laat deze op het minimum toerental draaien.
8.
Verhoog de snelheid langzaam tot het maximum toerental.
9.
Controleer de vibratie in de behuizing en lagers tijdens alle snelheden.
10. Zorg ervoor dat geen enkele rotatiesnelheid ongewenste geluiden in het product veroorzaakt.
met AC-motor
met EC-motor
Afkorting
Kleur draad
RD
Red/Rood
YE
Yellow/Geel
WH
White/Wit
BN
Brown/Bruin
BU
Blue/Blauw
BK
Black/Zwart
GY
Gray/Grijs
N
Blauw; Nul
L
Bruin; Fase
Nummer
Beschrijving
1
Tacho-uitgang
2
GND
3
Control input 0-10VDC/PWM
4
Output 10 VDC max 1.1 mA
9