5. Elektrische aansluiting
Voorafgaand aan de elektrische aansluiting
•
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting overeenstemt met de productspecificatie op het plaatje
van de motor.
•
Zorg ervoor dat de omgeving van de elektrische aansluiting schoon en droog is.
•
Zorg ervoor dat het bijgeleverde bedradingsschema overeenkomt met de aansluitklemmen in de
schakelkast van het product.
Het product op de netvoeding aansluiten
•
Sluit de motor aan zoals aangegeven op het bedradingsschema van de motor dat bij het product
geleverd is.
•
Zorg ervoor dat de doorsnede van de aarding gelijk aan of groter is dan de doorsnede van de
fasegeleiding.
•
Installeer een hoofdschakelaar in de permanente elektrische installatie, met een contactopening
van ten minste 3 mm op elke pool.
•
Als er een aardlekschakelaar wordt gebruikt dient ervoor gezorgd te worden dat deze gevoelig is
voor alle stroomtypen. Controleer of het product een frequentieomzetter, onderbrekingsvrije
voeding of een EC-motor heeft. EC-motoren hebben een aardlekstroom van <=3,5 mA.
Snelheidsregelaar voor AC-motoren
Er bestaan verschillende alternatieve snelheidsregelaars voor verschillende motortypes. Zorg ervoor
dat de motor geschikt is voor het type snelheidsregelaar voordat u het product gebruikt. De snelheid
kan geregeld worden door een spanningsvermindering te creëren met een transformator. Het is ook
mogelijk om de ventilatorsnelheid met een frequentieomzetter te regelen als de geïnstalleerde
frequentieomzetter een ingebouwde op alle polen effectieve sinusfilter heeft en er geen afgeschermde
kabels nodig zijn.
Motorbeveiliging voor AC-motoren
•
Als het product een ingebouwde motorbeveiliging heeft dient het product gereset te worden door
deze 60 seconden van de netvoeding los te koppelen.
•
Als de motor temperatuurbewaking heeft zoals thermocontacten of temperatuurgevoelige
weerstanden naar de aansluitklemmenkast, dienen deze altijd met geschikte motorbeveiliging op
het regelcircuit aangesloten te worden.
•
Zorg ervoor dat een oververhitte motor niet automatisch weer kan opstarten na het afkoelen.
•
Breng de motorkabels en temperatuurbewaking apart aan.
•
Als de motor geen temperatuurbeveiliging heeft dient een motorbeveiligingsschakelaars
geïnstalleerd te worden.
Snelheidsregelaar voor EC-motoren
•
EC-motoren worden geregeld via een traploos 0-10 V signaal.
•
Gebruik geen netvoeding voor de snelheidsregeling.
•
Zie hoofdstuk 6 Bedradingsschema's en de handleiding voor de externe snelheidsregeling.
Motorbeveiliging voor EC-motoren
EC-motoren hebben een geïntegreerde motorbeveiliging. Reset de motorbeveiliging door de ventilator
60 seconden van de netvoeding los te koppelen.
8